BMW
Naast een nieuwe look krijgt de facelift van de BMW i4 een nieuwe motorisatie, de xDrive40 met 295 kW (401 pk) en 548 km autonomie.
1. Rover P6BS (1967)
Met elementen uit de Rover P6 en een Buick-V8 (BS staat voor Buick Engined Sport) moest de P6BS het merk Alvis nieuw leven inblazen, dat Rover in 1965 had gekocht. De motor, centraal achterin, was iets naar rechts gekanteld zodat er links achteraan plaats was voor een derde passagier. William Lyons, de toenmalige baas van Jaguar, zag volgens de overlevering geen concurrent voor zijn E-Type zitten.
2. Mini “Twini” Moke (1962)
De Moke ken je ongetwijfeld. Die werd in eerste instantie ontwikkeld voor het Britse leger, maar had een te lage bodemvrijheid en te beperkte terreinprestaties. Er werd dus een vierwielaangedreven versie ontwikkeld met twee motoren, zoals de 2CV Sahara. Het dure, zware en complexe project (één bediening voor gas en koppeling, maar twee schakelpoken voor de twee versnellingsbakken van de twee motoren) werd al snel geschrapt.
3. Rover T4 (1961)
De T4 kondigde de productie van de nieuwe P6 aan. De T4 had echter een langere neus, voorwielaandrijving en vooral… een turbinemotor. Rover werkte tijdens de oorlog samen met Rolls-Royce aan een “top secret”-turbineproject voor vliegtuigen. Vanaf 1950 was het de eerste constructeur die er een auto mee wilde aandrijven. Heel wat constructeurs geloofden erin, van Renault over Fiat tot Chrysler. Het merendeel werd uiteindelijk vernietigd.
4. Range Stormer (2004)
De Stormer werd onthuld op de North American International Auto Show. Het was de eerste conceptcar van Land Rover die de toekomstige Range Rover Sport aankondigde. De Stormer bevatte heel wat elementen die het niet tot de Range Rover Sport schopten, zoals de spectaculaire deuropening in twee delen of het futuristische interieur.
5. Rover SD1 Estate (1976)
De SD1 was het vijfde Rover-model na de oorlog. In 1976 verving hij tegelijk de verouderde P6, en tegelijk de Triumph 2000 en 2500. Het elegante koetswerk kwam van het Pininfarina-ontwerp voor de BMC 1800 (dat ook het ontwerp van de Citroën CX beïnvloedde). Vanaf het begin was er ook een breakversie gepland om te concurreren met Ford en Volvo, en er werden twee prototypes gemaakt. Zoals vaak het geval was bij British Leyland deden budgettaire beperkingen het project uiteindelijk de das om.
6. MG/Mini ADO34 (1964)
Eind jaren 50 deed de komst van de Mini dromen van een kleine voorwielaangedreven roadster die de MG Midget of Austin Healey Sprite kon vervangen. De ADO34 was gebaseerd op onderdelen van de Mini Cooper S, en het koetswerk kwam van Pininfarina. Het project werd geschrapt in 1964, een jaar voor de presentatie van de Peugeot 204. Van die laatste kwam al snel een cabriolet…
7. Triumph Lynx (1978)
De Lynx moest de Triumph Stag opvolgen en werd ontwikkeld op basis van de TR7. Om comfortabel plaats te bieden aan vier passagiers werd de wielbasis verlengd (met een dertigtal centimeter!) en werden de flanken opnieuw vormgegeven. Onder de motorkap zat een Rover-V8 met injectie. De starre achteras kwam van de Rover SD1.
8. MG Metro 9X (1986)
Deze auto ontsproot uit de verbeelding van Alec Issigonis, de geestelijke vader van de Morris Minor en de Mini. Onder de motorkap van deze Metro zat een 1.275 cc met zes cilinders. Die was bijzonder compact: de versnellingsbak werd onder de motor ingebouwd (net als bij de Mini) en de motor zelf was dwarsgeplaatst. Hij produceerde 100 pk.
9. Mini Minki 2 (1995)
Op het eerste gezicht lijkt deze Minki op een gewone Mini. Toch is hij langer en 50 millimeter breder, en zitter een “K Series”-motor van de Rover 100 onder de motorkap, met vijfversnellingsbak. Die was heel wat moderner dan het gebruikelijke blok. De Minki (de “K” verwijst naar de motor) was niet alleen ruimer, maar ook comfortabeler, met Hydragas-ophanging uit de Rover 100. De Minki illustreert hoe de Mini eruit had kunnen zien als er gedurende zijn carrière voldoende werd in geïnvesteerd.
10. Jaguar XJ40 Coupé (1994)
De Jaguar XJ6 Coupé MkII had een bedenkelijke bouwkwaliteit, maar was wel een van de mooiste Jaguars ooit. Daarom werkte Jaguar SVO ongetwijfeld aan een V12 coupé op basis van de XJ40. Een uniek model dat ongetwijfeld heel wat succes had gekend. Maar in 1994 moest de XJ40 plaats maken voor de volgende generatie, de X300.
11. MGB GT
Een knipoog naar Guust Flater, die deze MGB GT in 1966 kocht.
