Het gaat er bitsig aan toe tussen de drie Duitse merken. Vooral op vlak van autonoom rijden willen de premiumconstructeurs elkaar de loef afsteken. Maar druppelde nieuwe technologie vroeger van boven naar beneden, van limousines over reisberlines tot middenklassers, dan is dat vandaag niet langer het geval.

Zo wordt heel wat nieuwe rijhulp op vlak van autonoom rijden vandaag geïntroduceerd op de Mercedes E-Klasse en BMW 5-Reeks, en vindt het bij facelifts en nieuwe modellen zijn weg naar de S-Klasse en 7-Reeks. Niet zo bij Audi. In Ingolstadt volgen ze in afwachting van de nieuwe A6 nog steeds het klassieke stramien: de A8 blijft het vlaggenschip op vlak van luxe én van nieuwe technolgie.

Juist, kon deze A8 niet weer een stap verder autonoom rijden?

Klopt. Althans, in theorie, of beter gezegd: in landen waar de wetgeving is aangepast aan autonoom rijdende auto’s. Dat betekent dat Audi de technologie al ontwikkeld en productieklaar heeft, maar dat ze pas vanaf 2018 gradueel in productie gaat.

Ingolstadt bundelt de autonome technologie onder de noemer “Audi AI”. De artificiële intelligentie wordt aangestuurd door een commandocentrum ter grootte van een tablet, dat de input van de 24 sensoren verwerkt. Op die manier kan de A8 met de traffic jam pilot in files op snelwegen en autowegen met een duidelijke middenberm tot 60 km/u het werk volledig overnemen van de chauffeur. Ook parallel en loodrecht parkeren kan de Audi autonoom, zonder dat de chauffeur aan boord hoeft te zijn.

Zijn er dan nog andere technologieën die wel al verkrijgbaar zijn?

Jazeker. In de eerste plaats is een heleboel rijhulp, waardoor de A8 op het niveau van zijn concurrentie komt. Opmerkelijk is de crossing assist vooraan in de auto, die helpt bij het uitrijden van smalle straatjes of garagepoorten, kruisend verkeer voor de auto opmerkt en indien nodig de auto zelfstandig tot stilstand brengt. Ook opvallend is de exit warning, die het portier van de chauffeur of de passagiers tegenhoudt wanneer er een fietser of andere auto passeert.

Wanneer je trouwens naast de standaard luchtvering de active suspension aanduidt, krijgt je ophanging vier elektromotoren (één op elk wiel) die ad hoc of proactief het wegdek registreren en oneffenheden absorberen alsof je op een vliegend tapijt zit. De actieve ophanging maakt in- en uitstappen ook makkelijker. Tot slot is er nog de vierwielsturing: die regelt de draaihoek van de achterwielen onafhankelijk van die van de voorwielen, waardoor de draaicirkel van de A8 krimpt tot die van een A4.

Vallen er innovaties onder de motorkap te bespeuren?

Ja, maar niet op de manier die je verwacht. Zoals we eerder al berichtten, plakt Audi nu een cijfer op de bips die de vermogenscategorie aanduidt. Het A8-gamma trapt in ons land dus af met de 50 TDI en 55 TFSI, respectievelijk de 3.0 TDI- en 3.0 TFSI-zescilinders. Later komt daar nog de 60 TFSI bij (de 4.0 TFSI-V8), de 6.0 W12 en de echte primeur: de e-tron, een plug-inhybride die de 3.0 TFSI combineert met een elektromotor en die draadloos via een plaat in de grond kan worden opgeladen.

Wat geeft dat als resultaat?

We brachten de meeste stuurtijd door in de 3.0 TDI – sorry, 50 TDI – die 286 pk produceert en over een maximumkoppel van 600 Nm beschikt. Daardoor doet hij 5,9 seconden over de oefening naar 100 km/u en houdt hij het voor bekeken bij 250 km/u. Hij is net als alle andere motoren standaard gekoppeld aan een achttrapsautomaat en voorzien van de quattro-vierwielaandrijving. Zoals steeds klinkt deze zescilinder-TDI bijzonder aangenaam. Hij aarzelt soms wanneer je het gaspedaal induwt, maar geeft dan zijn vermogen dominant en lineair af. Idem voor de 55 TFSI, goed voor 340 pk en 500 Nm, 0-100 km/u in 5,6 seconden en een eveneens begrensde topsnelheid van 250 km/u. Alleen lijkt die er wat minder zin in te hebben wanneer je de hogere toerentallen opzoekt.

En rijdynamisch?

Dan geeft deze Audi geen kik: rijgedrag en grip zijn voorbeeldig veilig. Verbergen dat je vlot meer dan 2 ton door de bocht jakkert, kan deze A8 niet helemaal. Meer dan bijvoorbeeld de BMW 7-Reeks laat hij merken dat de computers en technologie je zo makkelijk op de baan houden. Doe het wat rustiger aan, en dan is het vooral achteraan prinsheerlijk genieten van het hoogstaande comfort aan boord van de A8. Wel laat hij iets meer rol- en windgeluiden door dan de absolute kampioen op dat vlak, de Mercedes S-Klasse. Muggenziften, zeker, maar op dit niveau wordt het verschil gemaakt in de details.

Wat moet ik verder nog weten?

Dat Audi het dashboard grondig herwerkte. Stap in en het geheel ziet er bijzonder strak en clean uit. Zet het contact aan, en de ventilatiemonden verschijnen en de twee displays voor infotainment en rijfuncties (Drive Select, klimaatregeling,…) springen aan, net als in de Porsche Panamera. Het resultaat werkt, voelt solide aan en wordt niet langer via een draaiknop maar via de touchscreens of met stem bediend (door te zeggen: “ik heb het koud”). Hebben we al gezegd dat het verschil in de details zit?

Hoeveel kost hij?

Instappen doe je met de 50 TDI quattro, met een prijskaartje van € 87.500. De versie met lange wielbasis kost € 3.000 meer. De 55 TFSI quattro betaal je € 97.300, en je telt opnieuw € 3.000 meer neer voor de LWB-versie. Daarmee zit hij op hetzelfde niveau als zijn Duitse concurrenten. Maar zoals steeds is er die onvermijdelijke optielijst, die de A8 niet alleen luxueus aankleden om er optimaal van te kunnen genieten, maar die ook het prijskaartje stevig doen oplopen. Bestellen kan je de nieuwe Audi A8 trouwens vanaf vandaag.

Besluit?

De nieuwe Audi A8 toont nog eens dat prestigieuze luxelimousines nog steeds rijdende platformen zijn om allerlei nieuwe technologieën op te introduceren. Maar hij toont ook aan dat auto’s steeds meer evolueren in de richting van rijdende computers. Die maken het werk van de chauffeur niet alleen makkelijker, maar nemen het in het geval van deze A8 zelfs uit handen. De autonome rijhulp is eigenlijk hét usp van deze Audi. Jammer dus dat het nog niet (wettelijk) beschikbaar is, want daardoor is deze A8 een luxelimousine die zijn concurrenten op alle vlakken evenaart, maar nooit duidelijk overklast.