Suzuki
Suzuki heeft zijn kleine Swift een volledig nieuwe motor gegeven en direct ook het volledige uiterlijk aangepast. En toch... lijkt er niets te zijn veranderd! Goed of slecht nieuws?
Hij was resoluut anders met zijn drie zijdeuren en toegang tot de koffer via twee kleine deuren. De Clubman was de origineelste telg van de Mini-familie. Misschien te origineel. Dat kunnen we nu concluderen, want de nieuwe variant kiest voor een eerder conventionele formule.
De naam Clubman blijft bestaan, maar het is duidelijk dat de nieuwe aanzienlijk verschilt van de vorige versie. Deze keer wint hij aan ergonomie wat hij verliest aan originaliteit: het concept met de derde zijdeur die in de omgekeerde richting opent, ruimt plaats voor twee conventionele achterdeuren. Saai, vind je? Het kan erger, want de Clubman behoudt wél zijn twee deuren die toegang bieden tot de kofferruimte. Hij is dus toch nog een beetje origineel. Helaas wordt de stijl in onze ogen minder sierlijk met die grote achterlichten.
27: zoveel centimeters wint het nieuwe model in de lengte. Ja, we blijven het zeggen: de Mini’s worden steeds minder mini. Met een lengte van 4,25 meter heeft de nieuwe Clubman voortaan de allures van een ‘echte’ auto. Jammer voor het speelse aspect. Goed nieuws is dat het vanaf nu ook in de praktijk mogelijk is voor vier personen om in een goed comfort plaats te nemen. De koffer haalt een volume van 360 liter onder de bagageafdekking en kan uitbreiden (tot 1.250 liter) dankzij de achterzetels die neerklappen in een verhouding van 40/20/40.
Het eerste goede nieuws vanbinnen is dat de rijpositie nog altijd eigen is aan het merk. Je zit vrij laag, je hebt een goed zicht op de bolle motorkap en de sfeer is typisch Mini, met grote tellers, overal levendige kleuren en veel chroomaccenten. Het tweede goede nieuws is dat normaal gebouwde volwassenen nu ook achterin kunnen zitten. Die zullen niet verbaasd zijn door de beschikbare ruimte – de achterbank blijft toch wat krap – maar reizen in goede omstandigheden is wel mogelijk voor middellange afstanden.
Het is uiteraard niet allemaal rozengeur en maneschijn. In het interieur vind je nog altijd weinig opbergruimtes. Laat je ook niet misleiden door de twee achterdeuren: de koffer tovert de Mini (ondanks zijn grotere volume dan vroeger) zeker niet om tot een bestelwagen. De twee deuren hinderen het zicht naar achteren wel. Een speelse sfeer staat nog altijd op het programma, maar de ergonomie vereiste dat bepaalde bedieningsknoppen een nieuwe, logischere plaats kregen. Zo verhuizen de ruitenheffers naar de deuren. Jammer, want ze maakten zeker deel uit van de charme van Mini.
Onder de motorkap van de Mini hatchback met Cooper D-logo ligt een driecilinder dieselmotor. Onze Mini Clubman Cooper D telde echter vier cilinders onder de kap. Deze tweelitermotor, al bekend uit veel BMW’s, levert hier zo’n 150 pk en een koppel van 330 Nm. Gekoppeld aan de automatische versnellingsbak komt hij perfect voor de dag. Krachtig, soepel en altijd beschikbaar. Hij heeft ook de verdienste dat hij zijn stem niet te veel laat horen. Behalve als hij koud staat, dan klinkt het gekletter uit de uitlaat wat minder aangenaam. De automaat voldoet dan weer helemaal.
Je mag gerust zijn, achter het stuur is het enthousiasme nog altijd aanwezig. De stuurbekrachtiging voelt vrij kunstmatig aan, maar de Mini schittert nog altijd op bochtige wegen. Wat duikt deze auto graag in de bochten! Op zijn winterbanden vroeg onze testwagen wel wat oplettendheid op het moment dat je terug op het gas gaat, anders blijkt de grip al snel onvoldoende.
Jawel, deze Mini rijdt comfortabel. De kwaliteit van de geluiddemping en de zachtere schokdemping dan vroeger maken het mogelijk om langere afstanden af te leggen zonder dat je een abonnement moet nemen bij je favoriete osteopaat. Voor wie houdt van muziek of het snel koud heeft, is er een breed palet van geluidssystemen en werkt de klimaatregeling uitstekend.
Mini vraagt minstens 23.740 euro voor dit model. Het gaat dan om de nieuwe versie One D met driecilinder turbodiesel, voorgesteld in avant-première op het salon van Brussel. Voor meer punch moet je bij deze Cooper D-variant zijn, die 25.790 euro kost. Om te genieten van de voordelen van de automaat, voeg je 1.990 euro toe. Tot slot – en dat is wellicht het grootste gebrek van dit model – ben je door de beperkte standaarduitrusting verplicht om je toevlucht te zoeken tot de optielijst. En dan wordt de rekening snel gepeperd, zo talrijk en aantrekkelijk zijn de opties. Vaak zijn ze ook nog heel duur.
Qua verbruik stelde onze testwagen zich tevreden met een gemiddelde van 6 l/100 km. Een goed resultaat, al is een BMW 320d met dezelfde motor in staat om nog iets beter te doen.
Suzuki heeft zijn kleine Swift een volledig nieuwe motor gegeven en direct ook het volledige uiterlijk aangepast. En toch... lijkt er niets te zijn veranderd! Goed of slecht nieuws?
De N-sportafdeling van Hyundai heeft de elektrische SUV Ioniq 5 uitgerust met tal van kunstjes, rijmodi en specifieke functies. Maar is de Ioniq 5 N daarmee even opwindend als een sportwagen met verbrandingsmotor?
De Scénic is niet meer de monovolume die hij ooit was. En roken doet hij ook niet meer: het is nu een volledig elektrische crossover geworden. Laten we zien of hij moderne en geconnecteerde gezinnen nog steeds kan verleiden.
Om te strijden tegen zijn Europese concurrenten, en om zijn bestaansrecht te verdedigen ten opzichte van zijn stijlvolle broertje, zet de Kia Ceed SW in op rationele argumenten. Maar kan hij daarmee verleiden?