Audi A3 Sportback 2.0 TDI Quattro: voor alle seizoenen

Je moet al een kennersoog hebben om de verschillen te zien. Audi veranderde namelijk alleen voorzichtig de bumpers, de grille en de achterlichten. Toch is er ook een duidelijker zichtbare evolutie: Audi biedt voortaan als optie led-koplampen aan en voor het eerst in dit segment koplampen met matrix-technologie.

Motoren: up-to-date en vernieuwd

Bij de dieselmotoren zijn er geen grote veranderingen: Audi heeft nog steeds de 1.6 TDI van 110 pk en 2.0 TDI van 150 en 184 pk. De krachtigste versie is alleen beschikbaar met de S-Tronic-automaat. Bij de benzines zijn er meer wijzigingen: de 1.4 TFSI van 150 pk krijgt nog een 1.0 TFSI van 116 pk onder zich. Die heeft slechts drie cilinders, maar een turbo en een uitstekend rendement om zijn gebrek aan uitstraling te compenseren.

De andere nieuwigheid is de 2.0 TFSI. Die werd vernieuwd en ontwikkelt 190 pk en 320 Nm tussen 1.500 en 4.200 tpm. Audi geeft ook mee dat het verbrandingsproces vernieuwd is. De sportieve S3 krijgt ook enkele aanpassingen, waardoor zijn vermogen stijgt naar 310 pk. Bij de versnellingsbakken blijft alles bij het oude: manuele zesbak of S-Tronic-automaat met 6 of 7 verzetten, afhankelijk van de motor.

Welkom aan boord

In het interieur krijgt de compacte A3 de “virtuele cockpit”, het digitale instrumentenpaneel met een scherm van 12,3 duim dat je kunt personaliseren (in 2 modi) en dat de A4, TT en Q7 ook gebruiken. Audi houdt wel vast aan tradities: het scherm is uiteraard optioneel. Desondanks is het een première, want geen enkele rivaal in zijn segment gebruikt dit… behalve de vernieuwde Golf!

Veder evolueert er weinig: de afwerking is nog steeds verzorgd, en de multimedia-uitrusting omvat nog steeds al het nodige en het overbodige voor een auto uit 2016. De interieurruimte voor de passagiers vooraan en achteraan is correct en de koffer biedt een volume van 380 tot 1.220 liter. Mooie cijfers, maar niet uitzonderlijk.

Onderweg

Onder de motorkap van onze testwagen vinden we een oude bekende: de 2.0 TDI van 150 pk en 340 Nm. Hij is gekoppeld aan een manuele zesversnellingsbak. Achter het stuur kan je makkelijk mee met het verkeer: het koppel, dat al beschikbaar is van laag in de toeren, laat toe dat je af en toe niet terugschakelt met de aangename versnellingsbak en snel kunt inhalen met een gedempte motorklank. De 184 pk-versie lijkt ons dus niet nodig. De 2.0 TDI 150 Quattro heeft een topsnelheid van 214 km/u en haalt 100 km/u in 8,2 seconden.

Veilig en makkelijk

De Quattro-aandrijving stelt ongeruste zielen gerust. De aandrijving is uiteraard perfect, ook al gaat het niet om permanente vierwielaandrijving. Wanneer het vooraan misgaat, springt de achterkant bij. Veilig, makkelijk en stabiel dus, en dat in combinatie met een stevig comfort, dat wel veel tolereert en nooit hard wordt. Mag het soepeler, kies dan zeker niet voor 18-duimsvelgen of groter…

Zelfstandig

De gerestylede A3 krijgt eindelijk heel wat rijhulpsystemen van de grotere Audi A4. Onder meer de “Traffic Jam Assist”, de fileassistent. Die werkt vooral met de S-Tronic, en dat tot 65 km/u. Een andere nieuwigheid is de automatische remfunctie, die in werking treedt nadat de bestuurder na verschillende waarschuwingen nog niet geremd heeft. Ten slotte voegt Audi een waarschuwing voor achteropkomend kruisend verkeer toe.

Prijs

Met het logo met de vier ringen op de grille hoef je geen bodemprijzen te verwachten. Audi geeft dus een basisprijs op van € 22.750 voor de 1.0 TFSI-instapversie. Onze 2.0 TDI Quattro begint vanaf € 28.300. Eerlijk: voor die prijs heb je qua uitrusting nog geen echte Audi. Zoals steeds met dit soort modellen komt hij pas echt tot zijn recht met de nodige opties. Ons testmodel kostte dus meer dan € 50.000. Heel wat geld voor een kleine auto.

Aan de pomp is de 2.0 TDI bijzonder zuinig, ondanks de vierwielaandrijving. Audi geeft een gemiddelde op van 4,7 l/100 km en een CO2-uitstoot van 122 g/km. Wij verbruikten zo’n 2 liter meer. Zonder echt ecologisch te rijden, moeten we toegeven.

Besluit