Volkswagen
Heeft de 6e generatie Volkswagen Polo het na de facelift in zich om uit de schaduw van zijn grote broer te komen, de legendarische Golf?
Door zich te baseren op de techniek van de nieuwe Espace is er een wereld van verschil tussen de oude en de nieuwe Mégane. Zijn positionering is meer ‘premium’ en profiteert van technologie die ongezien is voor dit segment. Denk bijvoorbeeld aan de vier gestuurde wielen. Maar dan moet je wel kiezen voor de GT-afwerking die helaas niet beschikbaar is in combinatie met de 1.5 dCi, de motor die het grootste deel van de verkoop vertegenwoordigt.
De nieuwe Mégane is gebaseerd op het modulaire CMF-platform van de alliantie tussen Renault en Nissan, ingewijd door de Nissan Qashqai en intussen ook al overgenomen in de Renault Kadjar, Espace en Talisman. Hij deelt hierdoor bijna niets met zijn voorganger. Hetzelfde stellen we vast bij Peugeot. Behalve de naam 308, is de auto iets helemaal anders.
Gezond gewicht
De 308 profiteert het meest van de vernieuwing om zijn ideale gewicht te bereiken. Dat heeft hij te danken aan de jacht op de minste overtollige kilogram, maar ook aan het inperken van de afmetingen in vergelijking met zijn voorganger (vooral in de hoogte). Met een lengte van 4,25 meter is de 308 de kortste auto in deze confrontatie.
De Mégane maakt daarentegen van zijn nieuwe technische basis gebruik om nog wat uit te zetten (6,4 cm extra) en uiteindelijk 4,36 meter lang te worden. De keerzijde van de medaille: met een gelijkaardige krachtbron blijft de Renault zwaarder dan de Peugeot. Ongeveer 100 kg zelfs. Officieel haalt de 308 1.6 BlueHDI 120 een gewicht van 1.182 kg tegenover 1.280 kg voor de Renault Mégane 1.5 dCi 110.
Binnen- of kofferruimte?
De Mégane benut zijn groter formaat wel om meer ruimte vrij te maken voor de passagiers achterin. Daar voel je je meer op je gemak dan op de achterbank van de Peugeot 308, die op dit vlak nogal beperkt is. De kofferruimte van de Mégane is ‘maar’ 384 liter groot, wat gezien zijn 11 cm langere koetswerk tegenover de 308 (420 liter) eerder middelmatig is. Klap je de achterbank in de Peugeot neer, dan krijg je bovendien een zo goed als vlakke vloer.
Op praktisch vlak stelt de koffer van de Mégane teleur: zijn tildrempel is vrij hoog en de dikke achterbumper maakt laadmanoeuvres moeilijker. Bovendien is de moduleerbaarheid heel beperkt. De rugleuningen van de achterbank klappen gewoon neer zonder dat je een vlakke laadvloer krijgt omdat er geen dubbele vloer is in de koffer.
Topgamma
De 308 kiest voor een moderne en sobere boordplank. Geen traditionele knoppen of andere storende elementen hier, in de 308 vind je een groot aanraakscherm zoals een tablet. Maar in dagelijks gebruik blijkt het toch niet echt praktisch om via een submenu te moeten passeren om bijvoorbeeld de temperatuur van de klimaatregeling of de radiozender te veranderen. De Mégane is doorgaans meer ergonomisch om te bedienen. Op voorwaarde dat je niet te ver gaat zoeken in de submenu’s van het R-Link 2-systeem, dat niet altijd even duidelijk is.
Op het vlak van uitrusting loopt de 308 duidelijk achter op de nieuwe Mégane, die zich hier positioneert als de referentie van het segment. We vinden, in willekeurige volgorde, een waarschuwing voor wegmarkeringen, een adaptieve snelheidsregelaar, een head-up display, een automatische noodrem, een systeem dat snelheidsborden herkent en het Multi-Sense-programma om verschillende rijmodi te kiezen.
Rijplezier van hoog niveau
Je legt natuurlijk niet elke dag een rallyrit af om op het werk te geraken. Maar dat doet er niet toe: je hoeft niet sportief te rijden om de uitstekende rijeigenschappen van de 308 te waarderen. Hij voelt licht en levendig aan en geeft de indruk dat je met een kleiner model onderweg bent. Die lichtheid in combinatie met de expertise van Peugeot op het vlak van de ophanging zorgt ervoor dat je nu eens geniet van het uitstekende weggedrag en dan weer van het comfortabele wegcontact.
Op korte afstand van deze referentie volgt de Renault Mégane. Met zijn gevoelig bredere sporen in vergelijking met zijn voorganger, rijdt de nieuwe generatie veel serener. Hij is comfortabel bij een vlotte en dynamische rijstijl of amusant wanneer je erom vraagt. Kortom, de Mégane bevestigt de expertise van Renault op het vlak van de ophanging. Maar hij voelt nog niet zo licht en snedig als de 308.
Zuinige motoren
De 308 profiteert van zijn pluimgewicht, zijn goed gespreide manuele zesversnellingsbak en de soepelheid van zijn 1.6 BlueHDI 120 om verrassend sportief te presteren. Hij duikt onder de grens van 10 seconden om 100 km/u te halen: 9,7 seconden tegenover 12 seconden voor de Renault Mégane 1.5 dCi die het tempo niet kan volgen.
Maar het is wel het kleine dieselblok van Renault dat het meest discreet is. Het maakt niet uit welke druk je uitoefent op het rechterpedaal, de motor stelt zich altijd tevreden met een zacht geluid. Heel uitnodigend om te reizen. Qua CO2-homologatie is de Peugeot onklopbaar: 88 gram tegenover 95 gram voor de Mégane.
Conclusie
De nieuwe Mégane klimt duidelijk hogerop. Dat voel je op het vlak van de uitrusting. En aan de verzorgde afwerking en de uitstekende geluiddemping. Terwijl hij comfortabel blijft, biedt de Mégane ook de luxe van een dynamisch weggedrag, in alle sereniteit. Dit gezegd zijnde, qua rijplezier en prestaties is de Peugeot 308 toch niet te verslaan. Hij verliest alleen een paar punten op het vlak van uitrusting (minder volledig) en ruimte op de plaatsen achterin. Gezinnen zullen dus eerder kiezen voor de Mégane, vrijgezellen of sportieve koppels voor de 308.
