Het regent verjaardagen bij Porsche de laatste tijd. In 2023 vierde het merk zijn 75ste verjaardag, maar ook de 60ste verjaardag van zijn 911, die in 1963 op de markt kwam. Toen ademde zijn motor nog gewoon atmosferische lucht in, maar al snel richtte Porsche, net als andere autobouwers, zijn blik op de technologie van de turbocompressor.
Deze turbine, die aangedreven wordt door uitlaatgassen en de motor voorziet van extra verse lucht om het vermogen en koppel te doen stijgen, maakte zijn opwachting bij Porsche in de racerij. Vanaf 1972 gaf de turbo een boost aan de prestaties van de Porsche 917, en liet hem schitteren in het Noord-Amerikaanse ‘Can-Am’-kampioenschap. Eind 1974 maakte de drukvoeding, onder de motorkap van de 911 van de tweede generatie (G-reeks), de overstap van het circuit naar de openbare weg.
Geboren midden in de oliecrisis
De allereerste Porsche 911 Turbo werd aan het grote publiek onthuld op een mooie herfstdag. Het is oktober 1974 en niet alles de wereld draait helemaal zoals het hoort. We zitten midden in de oliecrisis. De benzineprijzen swingen de pan uit, maar op het Autosalon van Parijs ziet een bom met een hoog brandstofverbruik het levenslicht. Zijn grote ‘ducktail’-spoiler trekt meteen de aandacht in de paleizen aan de Porte de Versailles. De 911 Turbo (codenaam ‘930’) is geboren en het publiek zal hem snel leren kennen en erkennen.
De ‘Turbo look’
De Turbo, dat is ook een look, met een meer gespierd koetswerk dan dat van de andere 911-modellen van die tijd. Naast de dikke spoiler gaf het merk hem ook bredere heupen (met 60mm extra spoorbreedte vooraan en 130 mm achteraan) voor een meer geblokte uitstraling: de fameuze ‘Turbo look’. Binnenin ziet de Turbo, in tegenstelling tot de uitgeklede Carrera RS, er chique uit. Met elektrische ruiten, lederen zetels met geïntegreerde hoofdsteunen en zelfs een airco kregen kopers sportiviteit in een luxueuze outfit.
260 pk voor 1.140 kilo
De motor van de ‘930’ is afgeleid van die van de Carrera RS 3.0: een 3 liter zescilinderblok waarop de ingenieurs een KKK-turbo met een druk van 0,8 bar geschroefd hebben. Op de vermogensbank laat het geheel een 260 pk en een koppel van 350 Nm optekenen. Cijfers die destijds indruk maakten, vooral omdat het model amper meer dan een ton woog.
De cavalerie werd naar de achterwielen gestuurd via een handgeschakelde bak met vier versnellingen. Qua prestaties haspelde de eerste generatie van de 911 Turbo de 0 naar 100-sprint af in 5,5 seconden en haalde hij op de ‘Autobahn’ een top van 250 km/u, waarmee hij in die tijd zowat alles met vier wielen achter zich liet. Los van de cijfertjes zijn de ervaringen aan het stuur minder indrukwekkend: de trage responstijd van de turbo geeft de motor een ‘on/off’-karakter, wat de 911 Turbo heel brutaal maakt en de handling in de bochten bemoeilijkt… Van de 260 pk Porsche 911 Turbo 3.0 werden 2.874 exemplaren gebouwd tussen 1974 en 1977.
Tot 300 pk en € 450.000
Voor het modeljaar 1978 vergrootte Porsche de cilinderinhoud van de 911 Turbo van 3.0 naar 3.3 liter, en monteerde het ook een intercooler (om frisse lucht in de cilinders te kunnen blazen), een primeur op een productiemodel. Daarmee steeg het vermogen naar 300 pk en het koppel naar 430 Nm, nog steeds met een vierversnellingsbak. De prestaties gingen erop vooruit, met een 0 naar 100-tijd van 5,2 seconden en een topsnelheid die steeg naar 260 km/u. Van deze versie van de ‘930’ werden er 17.831 exemplaren gebouwd tussen eind 1977 en 1990. De laatste exemplaren werden uitgerust met een vijfversnellingsbak (G50). Op het einde van zijn carrière was de 930 ook verkrijgbaar in Cabrio-uitvoering.
Kortom: hoewel hij midden in de oliecrisis geboren werd, kende de Porsche 911 Turbo een mooie carrière… en de waarde van de modellen blijft stijgen. “Vandaag betaal je voor een Porsche 911 Turbo van de eerste generatie tussen de € 300.000 en € 450.000, afhankelijk van het jaartal, de historiek en de staat,” zegt een specialist van Porsche Classic, de afdeling die zich ontfermt over de geschiedenis van het merk.