RTBF-journalist Christophe Deborsu, momenteel werkzaam voor tv-productiehuis Woestijnvis, is altijd al een snelle jongen geweest. En dat zit blijkbaar in de familie …
Deborsu: “Mijn allereerste wagen was een Renault 5 GT Turbo. Een kleine bom. Onze familie was in de ban van de snelheid. Als mijn pa een nieuwe auto kocht, moest die snel gerodeerd worden. Hij wou direct onderzoeken hoe hard die kon gaan. We hadden altijd sportieve wagens thuis: een Alfa Romeo, een Triumph ...”
Snelle familie
Deborsu: “Mijn vader is rallyrijder geweest. Zijn beste prestatie ooit was: de vierde plaats in de Rally van Luxemburg, eind jaren 60. De bekers in huis fascineerden mij als kind natuurlijk. Dat maakte de autosport heel tastbaar. Ik heb hem zelf nooit bewust zien racen, daarvoor was ik te klein. Hij is er door toedoen van mijn moeder mee gestopt, zij vond het een veel te gevaarlijke sport. De verhalen werden natuurlijk wél nog vaak opgediept. Bijvoorbeeld over die keer dat Jacky Ickx moest opgeven en mijn vader wél de finish haalde. ‘Ik ben toch minstens één keer beter geweest dan Jacky Ickx’, zei mijn pa dan. Trots dat dit mij maakte!”
Deborsu: “Nadat hij er zelf mee was gestopt, gingen we soms nog samen kijken naar races. In die tijd had je de Course de Côte op de Citadel van Namen. Je moest zo snel mogelijk de top van de heuvel oprijden. Die koers lééfde enorm in Namen. Je hoorde over heel de stad de motoren ronken. De rally interesseert mij nog altijd. Ik ben een grote fan van de Franse piloot Sebastien Loeb. In België onderschatten we hem als sportman. Niemand is zo vaak wereldkampioen rally geweest.”
Geflitst!
Deborsu: “Dat rallyverleden van mijn vader zal er wel niet vreemd aan geweest zijn dat ik zelf ook een snelle jongen werd. Hoe vaak ben ik niet geflitst geweest! Vroeger wou ik snelle en mooie wagens, maar na vier keer een perte totale te hebben gehad en door de wijsheid die met de jaren kwam, ben ik toch meer bij de risico’s beginnen stilstaan. Zeker na dat accident in 2005 was het duidelijk: op die manier verder gaan, had geen zin. Ik houd mij sindsdien aan de snelheidsbeperkingen. Ik heb nu een Coyote in de wagen, die constant de snelheid meet en mij verwittigt als ik de limiet overschrijd. Ik ben dus verstandiger en voorzichtiger geworden. Ook de veranderde tijdsgeest zal wel zijn rol hebben gespeeld in die mentaliteitswijziging.”