Test: Dacia Spring, elektrisch rijden in alle eenvoud

Mini-Duster

Je kunt er niet omheen: de Spring heeft duidelijk een nieuwe look gekregen. De designers hebben de uiteinden bijgesneden en gebeiteld, waardoor hij een beetje doet denken aan de nieuwe Duster. Dacia verzekert ons dat, op het dak na, elk koetswerkpaneel volledig nieuw is. En om nog meer met zijn tijd mee te gaan, krijgt de topversie Extreme bestickerde bumpers. Bumpers die maar gedeeltelijk in koetswerkkleur zijn gespoten, om te voorkomen dat de verf afbladdert bij een klein 'kusje' met een andere auto. Maar de Spring blijft een schriel autootje: het pluimgewicht (1.026 tot 1.059 kilo) meet slechts 3,70 m lang en is amper breder (1,58 m) dan hij hoog is (1,48 m). Het kleine blokkendoosje maakt dus niet erg veel indruk op de weg.

Digitale cockpit

Deze Dacia is mini maar modern: alle versies krijgen nu een digitaal instrumentenpaneel van 7 inch, dat (vanaf het tweede uitrustingsniveau) kan worden bijgestaan door het geconnecteerde Media Nav Live-infotainmentsysteem (ingebouwde GPS en draadloze Apple CarPlay en Android Auto!), dat je bestuurt via een centraal aanraakscherm van 10 inch dat uit de nieuwste Duster komt. De basisversies krijgen geen centraal display, maar hebben wel Bluetooth om te kunnen verbinden met je smartphone. De Spring heeft echter geen recht op een inductielader om die smartphone draadloos te kunnen opladen.

Strikte 4-zitter

Onder het nieuwe kleedje van de Dacia Spring verandert er niets: het CMF-A-platform is behouden gebleven, dus aan de binnenruimte is niets veranderd. Voorin is het nog steeds vrij smal. Achteraan is de beenruimte correct voor passagiers tot 1,80 m lang, maar de Spring blijft een strikte 4-zitter, terwijl de langere (+ 30 cm) en ruimere Citroën ë-C3 wel tot 5 personen kan vervoeren. Het koffervolume is correct (308 tot 1.004 liter), maar de achterbank klapt in één groot stuk neer. Onder de motorkap kan je een frunk van 35 liter krijgen als accessoire van 204 euro, in de vorm van een plastic bak die boven de elektromotor wordt gemonteerd.

Kleine motoren, kleine batterij

Net als de binnenruimte is er ook niets veranderd aan de techniek van de elektrische Dacia: de motoren (45 of 65 pk) en de batterij (26,8 kWh) zijn hetzelfde gebleven. We raden de versie met 65 pk aan, waarvan de prestaties geschikter zijn om ook eens buiten de bebouwde kom te treden. Maar op hoofdwegen is de besturing nog steeds vaag (ondanks een nieuwe kalibratie van de bekrachtiging) en indirect, met ook een wegligging die weinig vertrouwen schenkt. Hoewel de versie van 65 pk voortaan recht heeft op 15-inch velgen in plaats van 14, behoudt deze Dacia wel zijn smalle (165 mm) Chinese bandjes (Linglong), die simpelweg te weinig grip bieden, vooral in de regen. Gelukkig levert de elektronische stabiliteitscontrole goed werk. En dankzij de nieuwe Europese GSR II-veiligheidsnormen zijn er ook een aantal veiligheidssystemen standaard aanwezig, zoals een rijstrookassistent of een verkeersbordherkenning met snelheidswaarschuwing. Ook cruise control wordt meegeleverd.

Wat is de elektrische autonomie van de Dacia Spring?

De lichte Spring verbruikt maar weinig stroom: de boordcomputer gaf een gemiddelde van 12,5 kWh/100 km aan tijdens onze test op een gemengd parcours, maar zonder snelweg. Dat levert een reële autonomie op van 214 km, wat dichtbij de beloofde 225 km ligt. Maar de Citroën ë-C3 kondigt een officiële actieradius van meer dan 300 km aan. Merk op dat de Spring voortaan ook over een B-modus beschikt voor de transmissie, waarmee je meer stroom recupereert wanneer je het gas lost. Maar eenpedaalrijden zit er niet in: je moet nog steeds de remmen aanraken om volledig tot stilstand te komen.

Hoeveel kost de Dacia Spring 2024?

De Spring blijft de goedkoopste elektrische wagen op de markt (waarbij we elektrische vierwielers als de Citroën Ami niet meerekenen met hun begrensde topsnelheid van 45 of 90 km/u). De prijzen beginnen bij 16.990 euro voor de instapversie van de Spring met 45 pk (Essential) en bij 18.990 euro voor de versie met 65 pk in de middelste uitvoering (Expression). Die laatste is veelzijdiger en correct uitgerust, met onder meer elektrische ramen vooraan, parkeersensoren achteraan en manuele airco. Dacia zegt te hebben geanticipeerd op de verhoogde Europese invoerheffingen op elektrische auto's afkomstig uit China (waar de Spring ook vandaan komt...). Maar vallen de invoerrechten toch hoger uit dan verwacht, dan zou het kunnen dat de prijzen van de Spring ook iets stijgen. Meer zekerheid daarover komt in november 2024, wanneer de definitieve tarieven bekend worden gemaakt.

Ter vergelijking: de Citroën ë-C3 is duidelijk duurder (vanaf 23.300 euro), maar ook veel polyvalenter qua autonomie en rijgedrag. En Citroën heeft al een goedkopere ë-C3 aangekondigd voor 2025 met een kleinere batterij (ongeveer 200 km WLTP-autonomie), die een vanafprijs van 19.990 euro zou moeten krijgen.

De vernieuwde Dacia Spring heeft een minder saai uiterlijk (maar is van binnen nog steeds erg basic), is niet zwaarder en ook niet duurder geworden. Een positieve update, dus. Maar het model is nog steeds niet erg veelzijdig en heeft nu ook een geduchte concurrent in de vorm van de nieuwe Citroën ë-C3, die weliswaar duurder is (vanaf 23.300 euro of binnenkort 19.990 euro met een kleinere batterij), maar wel beter presteert en al bij al meer waar oplevert voor je geld.