Na de 5 geheimen van de Citroën 2 PK, Fiat Nuova 500, Mini Classic, VW Golf, Porsche 911, Ferrari 250 GTO , Mercedes 300 SL , Lamborghini Countach , Range Rover, Renault 4, Ferrari Testarossa ,McLaren F1, Citroën DS, Jaguar E-Type, Volkswagen Kever, Willys MB, Citroën Traction en de Peugeot 205, we onze reeks verder met 5 weetjes over een ander iconisch model: de Renault 5.
1. Onderhuis een Renault 4
Tegenover de wat duffe R4 oogde de in 1972 onthulde Renault 5 jonger en sportiever. Onderhuids was nochtans dezelfde basis te zien: het platform, de motor en zelfs de ophanging waren gewoon van de R4 overgenomen, kwestie van de kosten te drukken. Hij werd bijna op natuurlijke wijze een succes: dankzij de vijfdeursversie was in 1980 ongeveer één nieuwe auto op 6 in Frankrijk een R5.
2. Europese première
De R5 was de eerste Europese auto met kunststof bumpers. Hij nam dus afstand van de traditie van verchroomde elementen, die meer esthetisch dan praktisch waren. In de VS was de Pontiac GTO de eerste met dit element, in 1968.
3. Heel wat sportieve versies
In 1974 lanceerde Volkswagen de Golf GTI met het gekende succes. Dat inspireerde uiteraard de andere autobouwers. Ook Renault leidde vanaf 1976 een Alpine-variant af van zijn 5. De motor was de gekende Cléon-Fonte, maar hij was wel herwerkt voor de gelegenheid: de ingenieurs slaagden erin om hem 90 pk te ontfutselen. In 1981 voegde Renault met zijn F1-ervaring nog een laagje toe in de vorm van een turbo: de R5 Alpine Turbo liet voortaan 110 trappelende paardjes op de vooras los. Maar dat was nog niets in vergelijking met het ultieme spektakelmodel, de R5 Turbo.
4. R5 Turbo, een bruut
Hier was de evolutie veel radicaler. De motor verhuisde naar een positie centraal achterin, de achterbank ging in de prullenmand en de achtervleugels ondergingen een forse testosteronkuur. De turbo blies nog harder zodat de motor het tot 160 pk schopte. Het radicale monster kwam er in twee generaties en er werden slechts 5.000 exemplaren van gebouwd.
5. Elektrisch
Helemaal aan het begin van de loopbaan van de R5 dacht EDF (de Franse elektriciteitsmaatschappij) over een elektrische versie na. Dat was puur om experimentele redenen, maar het resultaat was toch aardig overtuigend voor die tijd. Vergeet niet dat men een halve eeuw geleden enkel loodbatterijen kende. Door de combinatie van 34 accu’s (die in een uur of 10 konden worden opgeladen) slaagde EDF erin om hem een degelijk rijbereik te geven van 110 tot 180 kilometer. De topsnelheid van 80 km/u beperkte zijn actieterrein wel tot de stad. Vreemd genoeg heeft de oliecrisis die erop volgde de ontwikkeling van deze oplossing niet gestimuleerd.