Yeelen Möller

7 MEI 2024

Test: Mini Cooper Electric, het elektrische kartgevoel

De tweede generatie Mini Cooper Electric probeert te verleiden met een hip uiterlijk, een retromodern interieur en meer dan 400 km autonomie.

"

De Mini Cooper Electric is nu een volwaardig alternatief voor de Cooper op benzine. We houden van zijn design en zijn rijgedrag, maar minder van zijn ergonomie en zijn prijs."

Advertentie
Advertentie

Mini pakt graag uit met het feit dat het al in 2009 een elektrische Mini in zijn gamma had zitten, maar dat was de Mini E, een demowagen met een range van 160 km waarvan er slechts enkele honderden zijn geproduceerd. Pas in 2019 kwam er een volwaardig productiemodel in de vorm van de Mini Cooper SE, ook met zijn beperkingen: omdat hij op hetzelfde chassis stond als de gewone Mini, was er maar plaats voor een batterij van 32,6 kWh, goed voor een autonomie van 230 km. Daar komt nu eindelijk verandering in met de nieuwe generatie Mini Cooper Electric, die meer dan 400 km belooft!

Design

Deze vierde generatie Mini Cooper is volledig nieuw, en hoewel je zijn vorm en verhoudingen meteen herkent, zie je ook dat het model grondig gemoderniseerd is. Zoals bijna altijd het geval is tegenwoordig, is de nieuweling ook weer wat gegroeid: een lengte van 3,86 m (+ 13 mm), een breedte van 1,76 m (+ 29 mm) en een hoogte van 1,46 m (+ 28 mm). Visueel oogt de nieuwe Mini ook wat ‘voller’, met afgeronde panelen die wat verder lijken uit te steken.

Toch is dit een design dat je steeds meer begint te appreciëren hoe langer je er naar kijkt. De nieuwe, driehoekige achterlichten breken met de traditie die al decennia werd volgehouden, maar het helpt om de nieuwe Mini onmiddellijk te herkennen. We houden ook wel van hoe de gladde deurgrepen zijn aangepakt: niet met exemplaren die moeten uitschuiven, zoals bij heel wat andere merken, maar gewoon een opening waar je je vingers onder kan steken. Een geslaagd design dat herkenbaar is, maar zijn voorgangers ook meteen verouderd doet ogen – precies zoals het hoort.

BF_MINI_Cooper_SE_Sunny_Side_Yellow_042024_00048.jpg

Vrolijk minimalisme

Aan boord heeft er echter wel een revolutie plaatsgevonden. Mini heeft komaf gemaakt met de traditionele tellers, en dat voor de hele ‘Mini Family’ (Cooper, Aceman en Countryman). In de plaats krijg je nu een groot, rond OLED-scherm centraal op het dashboard dat alle voertuigfuncties op zich neemt. Een trend die (helaas) zijn weg heeft gevonden naar meerdere merken, maar hier is het wel historisch verantwoord: ook de allereerste Mini had enkel een ronde kilometerteller in het midden zitten.

Maar het is niet alleen de technologie die veranderd is aan boord. Mini heeft ook zijn materialen grondig herzien, met nu een focus op gerecycleerd textiel dat overal te vinden is, van het dashboard tot de deurpanelen en de dakhemel. Het geeft het interieur een originele toets, zeker als je kiest voor andere tinten dan het alledaagse grijs en zwart. Hoogwaardig zouden we het niet noemen, met nog steeds veel hard plastic, maar het is het bewijs dat een mooi interieur niet duur hoeft te zijn. Hetzelfde geldt voor de sfeerverlichting op het dashboard: het ziet er mooi uit, maar wordt stiekem gewoon geprojecteerd vanuit de omgeving van de middenspiegel.

Beleving

Het slechte nieuws is dat het ronde aanraakscherm niet erg overzichtelijk is in gebruik. Je moet alles weten zijn, want een duidelijk overzicht is er niet, waardoor het even duurt voor je alles in de vingers hebt zitten. Ook de reacties van het systeem zijn niet altijd even snel, het kan soms echt enkele seconden duren. Het goede nieuws is dat er gelukkig wel nog een (optioneel) head-up display is, waardoor je je snelheid en navigatiegegevens in het oog kan houden zonder opzij te moeten kijken. En we moeten toegeven dat het infotainment vrolijk in elkaar zit, met tal van leuke features en details – zo krijg je bijvoorbeeld een steeds groter bloemetje wanneer je remenergie recupereert.

Mini Cooper Electric SE (6).jpg

3+1

Qua ruimte blijft de Mini Cooper Electric 2024 trouw aan zijn naam – het is nog steeds geen ruimtewonder. Vooraan zit je in ieder geval goed, ook als je langer of breder bent dan gemiddeld. Op de achterbank is het iets minder comfortabel: de toegang wordt bemoeilijkt door het gebrek aan achterdeuren en ook de beenruimte is er niet optimaal. Aan de passagierskant kunnen volwassenen achter elkaar zitten, achter de bestuurder kan dat enkel met een kleinere chauffeur. Noem het een 3+1 in plaats van een volwaardige vierzitter - een centrale zitplaats is er niet.

Ook de koffer blijft ‘mini’, met een volume van 210 tot 800 liter met de achterbank neergeklapt. Genoeg voor de wekelijkse boodschappen, maar ook niet meer dan dat. Bovendien moet je er ook je laadkabels in zien op te bergen, want een frunk ontbreekt.

Advertentie
Advertentie
Advertentie

Rijervaring

Nu goed, dat een driedeurs Mini Cooper niet het toppunt is van praktisch gemak, valt natuurlijk te verwachten. Een Mini moet er vooral leuk uitzien (check) en leuk rijden! Natuurlijk kan het merk het niet laten om te spreken over het ‘kartgevoel’, waarmee het typische directe stuurgevoel wordt bedoeld, samen met de dynamiek van de vier wielen aan de uiteinden van het koetswerk te hebben. En hoewel we marketingspreuken niet graag herhalen, moeten we toegeven dat het kartgevoel geen verkeerde manier is om de Mini Cooper Electric te omschrijven – of beter nog: het elektrische kartgevoel.

Cooper E of SE

Je hebt de keuze tussen twee motorisaties: de Cooper E met 135 kW (184 pk) en een batterij van 40,7 kWh, goed voor een actieradius van 305 km, en de Cooper SE met 160 kW (218 pk) en een batterij van 54,2 kWh, die een WLTP-autonomie haalt van 402 km. Reken in de praktijk op een dikke 250 km voor de E en 300 km voor de SE. De sprint van 0 tot 100 km/u neemt respectievelijk 7,3 en 6,7 seconden in beslag, het gewicht komt dan weer uit op 1.540 tot 1.605 kilo. Opladen kan tot 75 of 95 kW en duurt minstens 30 minuten van 10 tot 80% laadniveau. En hoewel je het meergewicht van de batterijen wel voelt, brengt die elektrische aandrijflijn wel enkele voordelen met zich mee.

Image preview

Geruisloos rijplezier

Het belangrijkste is natuurlijk de onmiddellijke respons van het gaspedaal. Je moet nog maar aan je kleine rechterteen denken of de Mini Cooper Electric schiet vooruit, met indien gewenst ook een vrolijk geluidje. Het (iets te dikke) stuurwiel is bijna net zo direct, waarmee je de elektrische Cooper precies kan plaatsen in de bocht, en ook de remmen zijn potent genoeg om de snelheid van zich af te schudden. Enkel als je écht bruusk omgaat met het gaspedaal beginnen de voorwielen tractie te verliezen, maar dat draagt alleen maar bij aan het plezier. Een Mini met benzinemotor zal ongetwijfeld wat harder door de bocht kunnen, maar de Cooper Electric schiet altijd sneller weg uit de startblokken. Op het einde van de rit heb je volgens ons dus een even grote glimlach op je gezicht.

Prijs

Helaas brengt de elektrische Mini ook een hoger prijskaartje met zich mee, al is het verschil niet zo groot als je zou denken: vanaf 34.500 euro voor de Mini Cooper E in de Essential Trim, de Cooper SE heeft een vanafprijs van 38.500 euro. Voor meer personalisatiemogelijkheden en enkele quasi-essentiële opties (zoals het head-up display) moet je echter upgraden naar de Classic Trim (vanaf 38.680 euro), waarbij je nog Packs moet optellen. Voor je het weet zit je dus ruimschoots boven de 40.000 euro. Op benzine is het echter niet veel beter gesteld: de Mini Cooper C kost tegenwoordig ook minstens 30.500 euro...

Verdict

Met deze nieuwe generatie is de Mini Cooper Electric eindelijk een volwaardig alternatief geworden voor de Cooper op benzine. Dankzij de nieuwe batterijen haal je nu een bruikbaar rijbereik, en ook de prijs ligt niet zo veel hoger dan bij het klassieke model – maar goedkoop is hij allerminst. De pittige elektromotor brengt bovendien een nieuw soort rijplezier met zich mee. Hippe stedelingen: dit is jullie nieuwe leasewagen!

Advertentie
Advertentie
Advertentie