Naast budget, designvoorkeuren (rationeel of emotioneel), milieu-impact en het plezier van stil rijden, kan de keuze voor een elektrische auto ook een valkuil zijn. Maak deze fouten vooral niet.
1. Je autonomiebehoefte verkeerd inschatten
Je zou denken dat de beste elektrische auto degene is met de grootste actieradius. Maar vaak is de laadcapaciteit belangrijker, want die bepaalt hoelang je stilstaat aan een laadpaal. Het is soms verstandiger om te kiezen voor een laadvermogen van minstens 150 kW dan voor een batterij van 90 kWh. Tenzij je dagelijks lange snelwegtrajecten rijdt, kunnen de meeste verplaatsingen moeiteloos tussen twee laadbeurten door. Je kan zelfs meerdere dagen rijden zonder op te laden. Denk dus niet alleen aan je vakantieritten. Die laadpauzes onderweg maken de reis net relaxter. Zoek dus het juiste evenwicht tussen batterijcapaciteit, laadvermogen en budget. En daarvoor moet je je échte noden goed in kaart brengen.

2. Geen laadpunt in de buurt hebben
Om optimaal te genieten van het comfort van een elektrische wagen én zonder laadstress te rijden, is een laadpunt thuis – aan de muur, op de oprit of in de garage – essentieel. Als dat echt niet kan, moet je kunnen rekenen op een betrouwbaar en toegankelijk alternatief: een laadpunt op het werk of voldoende trage publieke laadpunten dicht bij huis. Als zelfs dat niet lukt, is het verstandiger om voor een hybride te kiezen of ermee te leven dat je geregeld tijd (en geld) verliest aan snelladers.
3. Een ongeschikte boordlader kiezen
Het vermogen van je thuislaadpunt hangt ook af van de netaansluiting op jouw adres. Het heeft dus geen zin om een optie voor een boordlader van “22 kW” te nemen als je installatie maximaal 11 kW of 7,4 kW aankan. Dat is trouwens ruim voldoende voor een nachtelijke laadbeurt. Voor tussentijdse publieke laadbeurten zijn er genoeg laadpalen op gelijkstroom (DC) beschikbaar vanaf 50 kW.
4. De warmtepomp niet nemen
Om je niet blauw te bibberen in de winter of te puffen in de zomer, in de hoop de batterij te sparen, is er één gouden regel: kies voor een warmtepomp. Controleer of die standaard is, of neem hem als optie. Zonder warmtepomp verbruikt de klassieke airco gewoon te veel. Nog eens, voor wie comfortabel op 20 °C wil rijden in alle seizoenen zónder te veel energieverlies: denk aan de warmtepomp!


5. Niet het juiste DC-laadcontact hebben
Voor nieuwe elektrische auto's vormt dit geen probleem meer: de Europese Combo CCS-standaard is ondertussen de norm. Maar bij tweedehandswagens kan je nog modellen vinden met een ChaDeMo-stekker of een Type 2-aansluiting zonder DC. Dat is geen goed idee, want zo beperk je de kans om tijdens lange ritten een compatibele snellader te vinden. Met een Combo CCS-stekker (L of K) ben je welkom aan élke snellaadpaal. Voor traag laden is er geen probleem: de Type 2-stekker (C) is universeel op nieuwe én oudere modellen.
6. De basis vergeten
Het koetswerktype en formaat van een elektrische auto kies je net zoals bij een brandstofwagen. Er is ruime keuze: berlines, coupés, SUV’s, breaks, busjes, en zelfs enkele cabrio’s. Denk dus goed na over wat je zelf nodig hebt qua comfort, ruimte en stijl – voor jezelf én je gezin. Sommige modellen kunnen een aanhangwagen trekken, maar informeer je goed over het maximale toegelaten gewicht. Overschrijdt de combinatie van voertuig en aanhanger de 3,5 ton (MMA), dan moet je nagaan of je rijbewijs B nog volstaat. Anders moet je een “Code 96”-aanvraag doen.
7. Kopen zonder testrit
Voor je je handtekening zet: test de auto. Ga met het hele gezin naar de handelaar of dealer, maak een ritje, voel aan alles, open de koffer(s), probeer het opladen aan een laadpaal, stel vragen aan de verkoper over bijvoorbeeld batterijvoorverwarming, de laad-app en de programmeerbare verwarming (denk aan het ontdooien in de winter). Vraag ook advies aan vrienden, familie of collega’s die al elektrisch rijden: hoe ervaren zij het dagelijks gebruik? Lees ook de tests op Vroom.be. Kortom: koop geen kat in een zak!

