Opel is een van de meest ambitieuze merken binnen de Stellantis-groep als het op elektrificatie aankomt. Vanaf 2024 wil het merk namelijk een volledig elektrische versie hebben van elk model, terwijl er tegen 2028 alleen nog elektrische wagens in het Europese gamma zullen zitten. De personenbusjes en ludospaces van Opel zijn zelfs al volledig overgeschakeld naar een elektrische aandrijflijn, met deze Combo Electric Life als kleinste model voor grote gezinnen. Daarmee is het de Duitse tegenhanger van de Citroën Berlingo, Peugeot Rifter en de Toyota Proace City Verso. De concurrentie bestaat onder meer uit de Volkswagen Caddy, Mercedes T-Klasse, Ford Tourneo Connect en de Renault Kangoo

Oude neus, facelift op komst

Er heerst dus wel wat eenheidsworst binnen het gezinsaanbod van Stellantis. De Combo Electric Life onderscheidt zich met een eigen neus, die intussen alweer een beetje gedateerd oogt. Achter de schermen wordt namelijk al een grondige facelift voorbereid met de typerende Vizor-snoet, die al te zien is op de bestelwagenvariant van de Combo, die recent werd voorgesteld. Op de personenversie is het echter nog wat langer wachten, en hoe dan ook verandert er niets aan de aandrijflijn – maar daar keren we later op terug.

Analoge tellers

Ook aan boord kan je je niet van de indruk onttrekken dat de Combo niet meer het nieuwste model is binnen het gamma. In ons niet al te rijkelijk uitgerust testmodel zitten er zelfs nog analoge tellers, met in de plaats van een toerenteller een vermogensmeter waarvan de wijzer overuren moet draaien om mee te kunnen met de fijne fluctuaties van het gaspedaal. Het centrale aanraakscherm is ook niet de snelste in zijn soort, maar het is wel functioneel en Apple CarPlay/Android Auto zijn beschikbaar voor meer functionaliteit – met standaard enkel een USB A-poort op de behuizing zelf. Er is plek voor een tweede USB-poort op de middenconsole, maar standaard zit daar gewoon een plastic opvulling. Een pluspunt voor de ergonomie is wel dat de bediening van de klimaatcontrole apart verloopt met fysieke knoppen en schakelaars.



Harde plastics maar veel ruimte

De afwerking aan boord van de Combo Electric Life is niet wat je zou verwachten voor een auto van meer dan 40.000 euro, met tal van harde plastics en goedkoop aanvoelende stoffen. Gelukkig maakt hij dat (deels) goed met zijn modulariteit en zijn praktisch gemak. Er zijn (optioneel) twee schuifdeuren achteraan, de drie achterzetels zijn individueel neer te klappen en hebben elk een Isofix-aansluiting, en het interieur zit tjokvol opbergvakken en extra afsluitbare kastjes in het dashboard. Je kan de Combo Life in twee maten krijgen, waarvan enkel de grotere recht heeft op 7 zitplaatsen, maar ook in de kleinste versie heb je 597 tot 2.126 liter aan laadruimte. Niet slecht voor een auto van amper 4,40 meter lang! 

Eerste generatie elektrische aandrijflijn

Onder de motorkap van de Opel Combo Electric Life zit de bekende elektromotor van 100 kW (136 pk) en 260 Nm, gekoppeld aan een batterij van 50 kWh (45 kWh netto). Het is een voldoende krachtige motor om mee te kunnen met het verkeer, en ook de stilte is aangenaam aan boord, met slechts een lichte fluittoon bij het optrekken. Jammer genoeg heeft Opel er (nog) niet voor gekozen om de nieuwe elektromotor van 115 kW (156 pk) en de grotere batterij van 54 kWh te monteren, die onder meer al in de Opel Astra Electric zit en een pak zuiniger is dan deze unit van de eerste generatie.

En de Combo Electric Life zou dat extra beetje uithouding wel kunnen gebruiken. Met een gemeten gemiddelde van 21 tot 22 kWh/100 km aan boord van de korte versie met de batterij van 50 kWh haalden we een rijbereik van amper 200 km. Op de snelweg mag je zelfs maar rekenen op zo’n 160 km, zeker in de winter. En dat terwijl Opel meer dan 280 km belooft! Helaas lijkt het erop dat de aanstaande facelift nog steeds dezelfde motor-batterijcombinatie zal behouden.

Standaard driefasig

Rij je vooral rond de kerktoren – of van en naar de school van de kinderen en werk je niet te ver van huis – zou het rijbereik echter moeten volstaan. En het duurt ook niet al te lang om de Combo Electric Life weer op te laden, met op onze markt standaard een driefasige lader van 11 kW waarmee de batterij in een kleine 5 uur weer vol is, of 100 kW-snelladen om van 20 tot 80% bij te ‘tanken’ in ongeveer 30 minuten. Een gek detail: de laadpoort zit links achteraan, waardoor de schuifdeur aan die kant niet open kan tijdens het laden. Het is duidelijk dat de Combo zijn leven begon als een busje met een verbrandingsmotor...

Comfortabel genoeg

Over het rijgedrag hebben we echter niet veel te klagen. De besturing is compleet gevoelloos, maar het lichte stuur maakt manoeuvres wel kinderspel, terwijl de blokvormige carrosserie gemakkelijk te plaatsen is. De 360°-camera is daarbij geen grote hulp: de resolutie is erg laag en je ziet de onmiddellijke omgeving van de auto pas als je buiten je originele positie rijdt. Het comfortniveau zit goed en ook in de bochten staat de Combo redelijk sterk in zijn schoenen, maar overhellen doet hij wel en de zetels missen zijdelingse steun om je op je plaats te houden.

Prijs Opel Combo Electric Life

De prijs van de Opel Combo Electric Life is een van zijn zwaktepunten: in België betaal je minstens 41.060 euro, inclusief btw, voor een vrij kaal uitgeruste Edition-uitvoering. Voor de e-Edition Plus moet je minstens 42.220 euro rekenen, de completere e-Elegance Plus (met zaken als dakrails, LED-koplampen en lichtmetalen velgen) kost je vanaf 45.090 euro. Ter vergelijking: de enige technisch gelijke tegenhanger met verbrandingsmotor die je nog kan krijgen, is de Toyota Proace City Verso, met een vanafprijs van ongeveer 28.000 euro.

Ons verdict

We zouden de gebreken van de Opel Combo Electric Life door de vingers kunnen zien als zijn prijs dichter bij zijn afwerkingskwaliteit en zijn actieradius zou liggen. Maar voor meer dan 41.000 euro verwacht je simpelweg een beter uitgeruste, afgewerkte en veelzijdigere auto. Zijn praktische kwaliteiten staan buiten kijf, maar zijn elektrische aandrijflijn van de eerste generatie speelt hem serieus parten. Helaas doet de concurrentie het nog niet meteen beter op elektrisch vlak...