In 1975 pakte Renault uit met een nieuwe topversie. Die kwam net boven de 20 te staan, en kreeg dus de logische naam 30. De Renault 30 werd tegelijk voorgesteld met de klassieke Peugeot 604 met dezelfde V6-motor, maar was origineler: een vijfdeurs met voorwielaandrijving ging regelrecht tegen de stroom in. Het segment zwoer immers bij klassieke berlines met achterwielaandrijving.

Gebrek aan charisma?

In volle energiecrisis kreeg dit slagschip alleen relatief gulzige zescilinders onder de kap. Daarbij mocht hij wel origineel zijn, naar Renault-normen bleef hij klassiek: zijn ontwerp leunde te nauw aan bij dat van de compactere 20. Tot slot stootte de Renault 30 zich aan de grootste vijanden van Franse luxewagens: de Duitse concurrenten, die allemaal konden uitpakken met meer vermogen en een betere afwerking.

Doorheen de jaren

De Renault 30 TS werd voorgesteld in maart 1975, en kreeg een PRV-V6 (Peugeot-Renault-Volvo) van 2,7 liter met carburators, goed voor 131 pk. In 1977 ging het vermogen iets naar omlaag, maar het jaar erop verscheen de TX-versie, met 142 pk dankzij injectie. De versnellingsbak kreeg er een vijfde versnelling bij, al was er nog steeds een drietrapsautomaat. De uitrusting was op niveau, met onder meer een snelheidsregelaar, centrale vergrendeling en zelfs een boordcomputer.

In 1981 volgde er een facelift, een jaar later een dieselmotor: een 2,1 liter grote viercilinder turbo met 85 pk. Die trok de verkoopcijfers wat naar omhoog, maar het kwaad was al geschied: in 1983 trok Renault er de stekker uit, na minder dan 140.000 verkochte exemplaren. De R20 en R30 werden vervangen door één model: de R25. Gelukkig was die wel een schot in de roos.

Vandaag

Goed nieuws: vandaag valt de Renault 30 nog steeds niet in de smaak. Ga je bij onze zuiderburen op zoek, dan heb je met € 5.000 genoeg voor een eerlijk exemplaar. Qua onderhoud is er goed en slecht nieuws: het koetswerk roest, visuele wisselstukken zijn onvindbaar en de elektronica heeft een eigen wil. Gelukkig is de motor onverwoestbaar en vind je daar wel makkelijk wisselstukken voor. De afstelling van de carburators laat je beter over aan specialisten.