Volgens de wet moet je een geschikt kinderzitje voorzien voor kinderen kleiner dan 1m35. Die lengte halen ze meestal wanneer ze 9 of 10 jaar oud zijn. Vandaag bestaan er twee Europese normen voor de homologatie van kinderzitjes: i-Size (ook R129 genoemd) en de oudere R44-04-norm. Alle kinderzitjes die worden verkocht, moeten aan een van die twee normen beantwoorden.

R44-04 nog steeds geldig

De oudere R44-04-norm zou in de toekomst verdwijnen, maar een precieze einddatum is nog niet bekend. Dat zegt het Waals agentschap voor de verkeersveiligheid AWSR. Fabrikanten van kinderzitjes mogen nog maar een bepaald aantal nieuwe zitjes homologeren op basis van die norm. Alle zitjes die de R44-04-homologatienorm hebben behaald, mogen nog wel worden verkocht en gebruikt, in tegenstelling tot sommige geruchten, zegt het AWSR. Wanneer die zitjes in de toekomst niet meer mogen worden verkocht, mogen ze gedurende een overgangsperiode van zo’n vijf jaar nog wel worden gebruikt.

Verhoogkussens

De nieuwe i-Size-norm laat alleen nog zitjes met rugleuning toe, maar zolang de R44-04-norm nog geldig is, mogen ouders nog perfect verhoogkussens gebruiken, zegt het AWSR. Maar een verhoogkussen met rugleuning verhoogt de veiligheid aanzienlijk, aldus het AWSR.

Uitzonderingen

Voor een kort (minder dan 10 kilometer) en occasioneel traject mag een kind van minder dan 1m35 zonder kinderzitje of verhoogkussen in de auto, uiteraard wel met veiligheidsgordel. Dat geldt alleen als ze niet meerijden in de auto van de ouders, maar met vrienden of andere familieleden (zoals grootouders). In dat geval moet het kind wel minstens 3 jaar oud zijn. Voor kinderen jonger dan 3 blijft een autozitje altijd verplicht.