De Ecosport is net als Fords grootste SUV, de Edge, een product van One Ford. Dat principe wil dat je overal ter wereld dezelfde Ford-modellen in de showroom vindt. “Europese” modellen als de Fiesta vind je dus over de oceaan, en wij krijgen op onze beurt “Amerikaanse” modellen als de Edge en de Ecosport. Die laatste heeft zelfs Latijns bloed: de roots van de Ecosport bevinden zich namelijk in Zuid-Amerika.

De kleine, wat vreemd ogende SUV kwam relatief onvoorbereid bij ons terecht en kon maar moeilijk aarden. Hij kreeg wel chassisaanpassingen om beter te beantwoorden aan onze Europese smaak, maar zijn goedkope afwerkingskwaliteit, lauwe rijgedrag en stevige basisprijs leverden Ford niet de verhoopte resultaten op. Daarom volgden de eerste aanpassingen al een jaar later, in 2015. Eind vorig jaar ging hij een tweede keer onder het mes.

De tekentafel

Voortaan past de Ecosport visueel perfect binnen Fords SUV-familie: hij kreeg het trapeziumvormige radiatorrooster dat je ook tegenkomt bij de Kuga en de Edge, de koplampen werden hertekend met led-dagrijlichten en ook het achteraanzicht belandde opnieuw op de tekentafel. Het stoere reservewiel is niet teruggekeerd, maar staat wel op de optielijst.

Verder past Ford de klassieke handleiding voor facelifts toe: nieuwe koetswerkkleuren, nieuwe velgen en vooral: de introductie van contrastkleuren. Je kunt op de Ecosport dus een andere kleur kiezen voor het dak dan voor de rest van de auto. Ten slotte introduceert Ford de ST-Line op de Ecosport: een sportievere aankleding voor binnen- en buitenkant die deze kleine SUV er oprecht stoer en geslaagd doen uitzien.

“Geslaagd” is ook de vaststelling voor het interieur. Beter nog: “eindelijk geslaagd”. De afwerkingskwaliteit maakt een sprong vooruit, al blijven de harde plastics aanwezig. De Ecosport haalt zijn inspiratie voortaan bij de Fiesta, en ziet zijn dashboard gedomineerd door een tabletvormig infotainmentsysteem dat afhankelijk van het uitrustingsniveau 6,5 of 8 duim groot is. De zetels werden ten slotte opnieuw ontworpen.

De testbank

Het motoraanbod van de Ecosport krijgt ook een kleine update: een 1.5 TDCi-dieselmotor doet zijn intrede, met vermogens van respectievelijk 100 en 125 pk en steeds gekoppeld aan een manuele zesversnellingsbak.. De versie van 125 pk is als enige Ecosport combineerbaar met vierwielaandrijving. Het benzineaanbod bestaat uit de 1.0 Ecoboost-driecilinder, met 125 en 140 pk. Bij de 125 pk-versie heb je de keuze tussen een manuele zesversnellingsbak of een zestrapsautomaat, de 140 pk-versie is er alleen manueel.

De Ford-invoerder schotelde ons een 1.0 Ecoboost voor met 125 pk en zestrapsautomaat. Met 170 Nm (200 Nm in overboost), een tijd van 0-100 km/u in 11,6 seconden en een topsnelheid van 180 km/u is hij geen snelheidswonder, maar de driepitter blijft een blok met een inherent aangenaam karakter. Ook met de zestrapsautomaat, die weliswaar de intelligentie en snelheid mist van moderne achttrapsautomaten. Onze voorkeur gaat dus uit naar de manuele versie.

De steeds meer Europese chassisafstelling levert helaas nog geen Fiesta-rijgedrag op. Daarvoor is het zwaartepunt te hoog en helt het koetswerk wat teveel over. Maar een verbetering tegenover de eerste Ecosport? Absoluut. Sturen doet de kleine SUV naar goede Ford-normen degelijk. Het rijcomfort is naar behoren, net als de interieurruimte. Tenminste: vooraan, want achteraan zijn instap en beenruimte aan de krappe kant.

De gadgets

De nieuwe facelift zorgt voor de introductie van SYNC 3 in de Ecosport, de meest recente versie van Fords infotainmentsysteem. Het touchscreen laat zich redelijk intuïtief bedienen, is compatibel met Apple CarPlay en Android Auto en kan nog worden uitgebreid met een geluidsinstallatie van Bang & Olufsen.

Voor het eerst maakt een adaptieve snelheidsregelaar zijn intrede op de Ecosport, net als een achteruitrijcamera en een dodehoekwaarschuwing. Welgekomen aanvullingen, maar we zien onder meer Koreaanse concurrenten op dat vlak beter doen…

De rekening

De vernieuwde Ford Ecosport staat vanaf € 18.500 in de catalogus. Dan rij je buiten met de 1.0 Ecoboost van 125 pk met manuele versnellingsbak in het uitrustingsniveau Trend. Maar je wijkt beter uit richting Business Class (vanaf € 20.050) voor een rijkelijker aangeklede Ecosport. Meer comfortitems vind je bij de Titanium (vanaf € 22.250). De ST-Line begint vanaf € 23.400.

Volgens de officiële cijfers verstookt onze 1.0 Ecoboost 125 met zestrapsautomaat 5,8 liter, en stoot hij 134 g/km aan CO2 uit. Wij klokten zelf af op 8,3 l/100 km.

Het verdict

Het heeft hem twee facelifts gekost, maar de Ford Ecosport staat op het niveau waar hij bij zijn debuut in 2014 had moeten staan. De afwerkingskwaliteit is eindelijk op niveau, het motoraanbod, de technologie en de uitrustingsversies zijn uitgebreid, zijn looks zijn onder meer dankzij de ST-Line aantrekkelijker dan voordien. Jammer genoeg rijdt hij niet als een Fiesta op hoge poten, want dat had zijn overtuigende argument kunnen zijn. In een vijver die bevist wordt door de Peugeot 2008, Renault Captur, Seat Arona, Citroën C3 Aircross, Kia Stonic, Opel Crossland X en noem maar op heb je namelijk veel overtuigingskracht nodig om de aandacht van het grote publiek te trekken. En dan hebben we het nog niet over de nieuwe concurrent van eigen huis gehad: de Fiesta Active…