In Europa – en zeker in België – is de Ranger de koning van de pick-ups, met op onze markt een aandeel van 27,8 procent. Deze mastodont die al sinds 2001 over onze wegen rijdt, verwierf vooral bekendheid vanaf 2012, met de huidige generatie. Hoewel hij typisch Amerikaanse trekjes heeft, wordt de Ranger bijna overal ter wereld verkocht, behalve in … de Verenigde Staten. In het land van Uncle Sam domineren de modellen van de F-Series de markt van de pick-ups, die daar van zeer groot belang is.
De gevolgen voor Europa
Het gevolg is dat je dus geen V8-motor onder de motorkap vindt. Ford biedt ook maar twee dieselmotoren aan, ten eerste een 2.2 TDCi viercilinder die een beetje spierkracht won (nu 160 pk en 385 Nm) maar vooral minder verbruikt (6,5 l/100 km en 171 g CO2/km) en ten tweede een 3.2 TDCi vijfcilinder die niet veranderde en nog altijd 200 pk en 470 Nm koppel afgeeft. Bij ons zijn bijna drie op de vier Rangers uitgerust met de 3.2 TDCi, dankzij de gunstige taxatie van bedrijfsvoertuigen.
Transmissie
De Ranger is beschikbaar met een manuele of automatische versnellingsbak (in beide gevallen met zes versnellingen). Hij brengt het vermogen over op de achterwielen, maar biedt ook een transmissie met vier aangedreven wielen en – voor de extremere situaties – een reductiebak waarmee je bij wijze van spreken tot in de bomen klimt. Of toch bijna.
Laten we nog enkele nuttige cijfers meegeven: de Ranger kan tot 3,5 ton trekken (behalve de 2.2 TDCi met manuele bak) en slikt meer dan een ton in zijn laadbak. Uiteraard kun je deze ruimte ook afdekken met een hardtop of zeil.
Lijkt het ergens op?
Het minste wat we kunnen zeggen, is dat zo’n pick-up in het kleine Europa indruk maakt. Terwijl de Ranger in de Verenigde Staten een kleine speler zou zijn, maakt hij hier indruk met zijn lengte van 5,36 meter en hoogte van 1,8 meter. Het hertekende radiatorrooster geeft hem een agressiever voorkomen, terwijl het interieur veel beter verzorgd is dan vroeger het geval was. De Ranger is beschikbaar met twee verschillende cabines (Double Cabine of Super Cabine, met achterdeuren die openen in de tegengestelde richting). Maar het is de double cab die 98 procent van de klanten voor zich weet te winnen.
Technologie en uitrusting
In het interieur vinden we de traditionele uitrusting van een berline, te beginnen bij een relatief volledig multimediasysteem (SYNC 2), een adaptieve snelheidsregelaar, een waarschuwing voor het overschrijden van wegmarkeringen, waarschuwing voor vermoeidheid, controle van de bandenspanning, een systeem dat snelheidsborden herkent, een achteruitrijcamera en een waarschuwing voor frontale aanrijdingen.
Hogerop
Hou je van een dominant overzicht op de weg? Dan word je hier op jouw wenken bediend. De rijpositie maakt meteen duidelijk met welk type auto je hier te maken hebt, maar de materialen in het interieur, de sfeer en de uitrusting leunen heel dicht aan bij die van een traditionele berline. Het oogt dus allemaal vrij vertrouwd. Bovendien is er heel wat ruimte vanbinnen (behalve op de achterste plaatsen in de Super Cabine). Draai je echter de sleutel om, dan is er geen twijfel mogelijk en merk je dat de geluiddemping een trede lager staat dan in een gewone berline. Met een lege laadbak rijdt de Ranger ook vrij springerig.
Dougdougdoug
We testten de Ranger op de weg in de uitvoering met 3.2 TDCi-motor en handgeschakelde versnellingsbak. Het weggedrag van de Ranger wist ons te verbazen. Hij is evenwichtig, heeft een nauwkeurige besturing en is zeker geen ‘speelbal’ wanneer de scherpe bochten van onze Ardennen opduiken. De bediening van de versnellingsbak is nogal stroef en de vijfcilinder klinkt ruw zodra je de 3.000 tr/min passeert, maar er zit ten minste leven in de brouwerij. De zeer lange wielbasis zorgt er bovendien voor dat je ruim op voorhand aanvoelt of hij achteraan gaat uitbreken. Kortom, we amuseren ons achter het stuur.
Wanneer de weg stopt
Naast de weg blijkt de Ranger veel bekwamer dan de grote meerderheid van de SUV’s dankzij zijn sperdifferentieel achteraan en zijn reductiebak. Alleen zijn afmetingen kunnen enkele problemen veroorzaken. Een ritje in de 2.2 TDCi bevestigt dat deze motor meer bescheiden is dan de grote 3.2 TDCi, zowel qua geluid als hernemingen. Zonder lading vormt dat geen probleem, maar we veronderstellen dat de 470 Nm’s van de 3.2 TDCi zeker welkom zijn wanneer je een en ander vervoert.
Prijzen
De basisversie (2.2 TDCi, manueel, XL-afwerking, Super Cab) wordt bijna nooit besteld. Die dient vooral om uit te pakken met een aantrekkelijke basisprijs van 24.195 euro, btw niet inbegrepen. De topversie, die het grootste deel van de verkoop voor zijn rekening neemt (3.2 TDCi, automaat, Wildtrak-afwerking, Double Cabine), wordt aangeboden voor 33.105 euro, btw niet inbegrepen. Aangezien hij beschouwd wordt als een bedrijfsvoertuig, profiteer je van erg gunstige belastingen.
Conclusie
De Ranger rijdt opmerkelijk leuk op de weg en zeer doeltreffend daarnaast. Hij heeft veel uitrusting en nadert steeds meer op de SUV’s die onze wegen overspoelen. Genoeg om deze klanten te verleiden? Als die genoegen kunnen nemen met een iets harder comfort en afmetingen die soms een beperking vormen, waarom niet? Bovendien genieten ze van lage taksen en is hij aantrekkelijk geprijsd.