De grote monovolumes hebben sterk te lijden onder de concurrentie van de cross-overs en SUV’s. Daarom veranderde Renault het geweer van schouder toen het zijn vlaggenschip vernieuwde. Geïnspireerd door de stijlcodes van de SUV’s en met behoud van het DNA van gezinswagens, evolueert de vijfde generatie van de Espace in de richting van een nieuwe categorie. Hij trekt zijn onderkant naar omhoog en verlaagt zijn dak. Bij Ford daarentegen wordt het winnende duo niet veranderd. De gezinsvriendelijke (Galaxy) en sportieve monovolume (S-Max) wijzigen niet fundamenteel.
Alles in de vloer
Klanten die de mogelijkheid waarderen om een fiets mee te nemen zonder een wiel te moeten demonteren of een Normandische kast in XXL-formaat willen vervoeren, zullen teleurgesteld zijn. Door de ‘bestelwagenwereld’ te verlaten en te veranderen naar een stijlvolle maxi-SUV, verliest de Espace heel wat praktische troeven. Het is bijvoorbeeld niet meer mogelijk om één of twee zetels te verwijderen in functie van jouw behoeften. Of zelfs alle zetels weg te nemen om te spelen met een laadvolume dat bestelwagens doet verbleken.
Wel moeten we erkennen dat de moduleerbaarheid aan gebruiksgemak wint. Alle zetels kunnen elektrisch in de vloer wegklappen. Je verliest bruikbaar volume, maar je breekt je rug niet meer en moet je garage niet meer vullen met zetels wanneer je omvangrijke pakketten wilt vervoeren. Ford heeft voor dezelfde oplossing gekozen in de S-Max (in optie klappen de zetels ook elektrisch neer). Tegenover zijn voorganger verliest de nieuwe S-Max toch een vijftigtal liter maximaal laadvolume. In beide gevallen blijft er wel meer dan 2.000 liter over met alle zetels neergeklapt. Daarmee kom je al een heel eind.
Wereld van verschil
Door van het ene model naar het andere over te stappen, maak je een reis in de tijd. De Espace is qua presentatie veel moderner. Opnieuw verlies je door deze aanpak veel opbergruimtes, die bij de vorige generatie zowat overal over de boordplank verspreid waren. Maar de afwerking wordt minder ‘plastiekerig’ en meer verfijnd. De verschillende grote schermen (voor de ogen van de bestuurder en op de centrale console) voegen extra elegantie toe. Vanbinnen lijkt de S-Max soberder. Klassieker ook, met zijn tellers die ‘simpelweg’ geïnspireerd zijn door die van de Mondeo berline.
Minder ruimte
Hoewel de nieuwe Espace even lang is als de vorige Grand Espace, biedt hij zeker niet dezelfde ruimte. Op de plaatsen voorin is het comfort vorstelijk, vooral in onze Initiale-afwerking met masserende zetels. Op de tweede rij wordt de hoofdruimte al beperkter voor grote personen, zeker met het panoramische dak.
De S-Max komt op dat vlak beter voor de dag. Het comfort van de zetels op de tweede rij is in de Ford echter niet onberispelijk, daar zit je namelijk minder cosy. En op de derde rij mag je de vorstelijke ruimte wel vergeten. De Espace kan daar tegenwoordig alleen noodzitjes aanbieden, net als de S-Max.
Betere rijeigenschappen
Het is duidelijk dat de Espace aanzienlijk beter rijdt dan het model dat hij vervangt. De vorige Espace voelde zich op zijn gemak op autosnelwegen, waar hij getuigde van een groot werkingscomfort, maar hij verloor de pedalen bij een snelle opeenvolging van bochten. Dat is absoluut niet langer het geval. De rijeigenschappen zijn uitstekend, zeker zodra je het Multi-Sense-systeem in de Sport-stand plaatst. In de Initiale-versie kun je dan genieten van een strakkere schokdemping en reageren de meesturende achterwielen sneller. Kortom, je amuseert je achter het stuur van de Espace. In de comfortmodus worden koetswerkbewegingen dan weer te weinig afgeremd.
Qua schokdemping blijkt de S-Max uiteindelijk meer te overtuigen. Ford toont opnieuw zijn expertise inzake onderstellen. Hoe kan een monovolume van dit formaat zo doeltreffend en scherp rijden, en toch comfortabel blijven? Je hoeft zelfs niet te kiezen voor de optionele gestuurde ophanging. Ook de besturing van de S-Max krijgt goede punten, hier voelt de feedback natuurlijker.
(T)dCi
De 1.6 dCi in zijn krachtigste versie (160 pk) is zeker niet overdreven sterk om de Espace aan te drijven. Omdat hij altijd beschikbaar is, overtuigt hij meer dan de 2.0 TDCi met 150 pk die Ford aanbiedt. Die laatste mist wat reactiesnelheid onder 1.700 tr/min en dwingt je om vaak met de versnellingspook te spelen. Maar bij Ford is het mogelijk om meer vermogen te bestellen als je extra spierkracht wenst.
De 2.0 TDCi bestaat namelijk ook met 180 pk en zelfs 210 pk voor de zeer gehaaste bestuurders. Net als de versie met 150 pk kan de variant met 180 pk uitgerust worden met de Powershift-zesversnellingsbak met dubbele koppeling, die gemiddeld 2.000 euro extra kost. Op de Espace dCi 160 zit altijd een zesbak met dubbele koppeling van Renault. Alleen de instapversie dCi 130 stelt zich tevreden met een handgeschakelde versnellingsbak.
Conclusie
De Espace is niet langer de vlijtige gezinswagen die we kennen van vroeger. Maar deze grote monovolume/SUV klimt duidelijk hogerop in het gamma en vergroot zijn status. Hoewel de S-Max dezelfde trend volgt, presenteert hij zich minder ‘premium’. Hij blijft wel praktischer in gebruik en vooral de leukste om te besturen. Wat een voortrein! Hij behoudt een voorsprong op de Espace, die dankzij de grip van de vierwielsturing en gestuurde schokdemping wel een pak snediger rijdt dan in het verleden.