François Piette

19 MRT 2012

10 geflopte auto’s: als creativiteit te ver gaat

Men zegt wel eens dat durf beloond wordt. Bij auto’s is dat niet altijd het geval en kun je soms beter niet te ver afwijken van de gebaande wegen. Nu eens is een constructeur zijn tijd te ver vooruit, dan weer waagt hij zich aan een te ver gezocht avontuur.

Deze tien modellen waarvan de carrière niet het verhoopte succes bracht, zijn het bewijs. Een speciale vermelding gaat naar Renault, dat hier ruim aan bod komt en zich vaak in gedurfde avonturen stort. Men kan geen omelet bakken zonder een ei te breken: de Fransen zijn vaak uitgegleden, maar mikten ook geregeld raak.

1. Alfa Romeo Arna

Op papier had de alliantie tussen Nissan en Alfa Romeo alles om te behagen: Italiaanse passie gemengd met Japanse degelijkheid. Helaas bleek het geen geslaagde combinatie. De Arna was zeker beter bestand tegen corrosie dan de andere Alfa’s, maar zijn design maakte hem even sexy als een straatlantaarn. Het avontuur begon in 1983 en eindigde in 1987.

2. ASA 1000 GT

Enzo Ferrari wilde de markt van de populaire coupés betreden en suggereerde dat idee aan één van zijn klanten, de industriegroep de Nora. “Il Commendatore” hielp op discrete wijze: er was geen sprake van om het steigerende paard op zo’n kleine auto te kleven. Technisch is de ASA erg bijzonder. De kleine viercilinder van deze coupé met achterwielaandrijving werd afgeleid van een Ferrari-V12 en kreeg een verbluffende specifiek vermogen: slechts één liter cilinderinhoud maar 97 pk bij 7.000 tr/min. Vandaag is zo’n prestatie voor een atmosferische motor in deze klasse nog altijd onovertroffen. Helaas veroorzaakten de drie anonieme letters en de astronomische prijs een mislukking: minder dan honderd exemplaren werden verkocht.

3. Audi A2

Te vroeg gelijk hebben, dat is wellicht het grootste verwijt aan het adres van de A2. In deze kleine monovolume schuilde indrukwekkende technologie voor dit segment, bijvoorbeeld een koetswerk uit aluminium. De oorzaak moet je zoeken bij de niet bepaald sexy plastics binnenin en de torenhoge prijzen.

4. Chrysler Airflow

We bevinden ons in de jaren dertig. Het automobieldesign staat op een keerpunt: beetje bij beetje worden de lijnen vloeiender, worden de koplampen geïntegreerd in de voorvleugels en wint de aerodynamica aan belang. De Chrysler Airflow is als eerste echt geïnteresseerd in dit thema. Esthetisch is het resultaat rampzalig: te innoverend, te speciaal. De Airflow blijft maar drie jaar in productie, van 1934 tot 1937.

5. Citroën GS Birotor

In theorie heeft de wankelmotor (zoals in de Mazda RX-8) veel voordelen: geen trillingen, minder bewegende onderdelen en een interessant rendement. In de praktijk heeft hij echter een reuzendorst (zowel benzine als olie), ontbreekt koppel en is de betrouwbaarheid rampzalig. Wat de super-GS moest worden, werd een commerciële flop.

6. Citroën SM

Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog hebben de Fransen, afgezien van enkele uitzonderingen, altijd moeite gehad in het segment dat voor de oorlog van hen was: dat van de luxewagens. Citroën keerde terug met de flamboyante SM, met een uniek design, een V6 van Maserati en verbeterde wieltreinen van de DS. Een unieke combinatie die het beste werkt … als alles werkt. En dat gebeurde niet vaak. De oliecrisis en de invoering van snelheidsbeperkingen betekenden al snel het einde van de SM.

7. DeLorean DMC-12

De DeLorean is dankzij de film Back to the future een mythe geworden … na zijn productiestop. Zijn ontstaansgeschiedenis is turbulent: John DeLorean haalt zich in het hoofd om een hoogvliegende sportwagen te bouwen. Hij doet een beroep op Lotus om het onderstel te ontwikkelen. Helaas, de werkelijkheid is niet het verwachte resultaat. De kwaliteit is verschrikkelijk en de motor (een PRV V6) volledig amorf. Als kers op de taart neemt het verhaal in 1982 een onverwachte wending als John DeLorean gearresteerd wordt voor drugshandel. Hij gaat vrijuit, maar het kwaad is geschied en DeLorean gaat failliet.

8. Renault Avantime

Het idee klonk verleidelijk: de Avantime richtte zich op koppels die een monovolume gewoon waren, maar van wie de kinderen het huis uit waren. Vandaar deze vorm van een coupé-monovolume. Het publiek volgde niet en de commerciële flop betekende het einde voor Matra, dat de Avantime (en voordien de Espace) bedacht. Nauwelijks 8.000 exemplaren zagen het licht.

9. Renault Kangoo Be Bop

Enkele geïnspireerde collega’s gaven de kleine Kangoo de bijnaam Be Flop. Hij lijkt wel ontworpen als een speeltje voor kinderen en was te speciaal en vooral te duur om te overtuigen. Met zijn compacte maten (3,87 meter lang), slechts vier zitplaatsen en een tweekleurig koetswerk is de Kangoo Be Bop een uitzondering in het succesverhaal van de ludospaces.

10. Renault Wind

Toegegeven, hij is nog altijd in productie. Maar we kunnen niet zeggen dat hij veel emoties of succes oproept. Deze kleine open tweezitter is nochtans leuk om te besturen. De pittige motoren, het sportieve onderstel en het intelligente dak zijn sterke punten. Helaas staan de hoge prijs, de middelmatige afwerkingskwaliteit en het gekunstelde design zijn succes in de weg. Renault is trouwens al gestopt met de verkoop in Groot-Brittannië.

Advertentie
Advertentie
Advertentie