Het principe van de 3D-printer verschilt eigenlijk niet zoveel met dat van een klassieke printer die je gebruikt om papieren af te printen. De computer verwerkt een structuur of plan en stuurt deze gegevens naar de printer, die allerhande stoffen (plastic, inkt, cement, …) ‘afdrukt’ zodat een nieuw voorwerp ontstaat. De toepassingen zijn gigantisch en zullen de volgende jaren een grote invloed hebben op de wijze waarop consumptiegoederen gebouwd en verkocht worden. Wie weet kopen we binnenkort gewoon een plan en laten we de productie over aan onze 3D-printer?

In de auto-industrie is het vandaag al realiteit. Met 3D-printers kunnen autofabrikanten fors besparen op hun productiekosten, al zijn de toestellen niet goedkoop. In het Volkswagen Electronic Research Lab in Sillicon Valley staat bijvoorbeeld al sinds 2011 een 3D-printer. Deze printer kost 300.000 dollar en kan complexe onderdelen maken, bijvoorbeeld voor conceptcars.

Opel gebruikt 3D-printers om assemblagegereedschap goedkoper en sneller te vervaardigen. Voor de productie van de Adam Rocks gebruikt de autofabrikant in Eisenach een mal (een vaste vorm) uit een 3D-printer om het logo met de naam ‘Adam’ op de zijruit aan te brengen. Om de voorruit te plaatsen, gebruikt Opel een plaatsingsgeleider die met een 3D-printer werd gemaakt.  Ander gereed­schap uit de printer wordt gebruikt om de chromen drempelplaat in de deuropeningen of het canvasdak te installeren.

"Dit stelt ons in staat de onderdelen snel aan te passen. Als er iets aan de auto verandert, kunnen we het gereedschap met slechts enkele muisklikken aanpassen”, verklaart Opel-ingenieur Sascha Holl. "Met het 3D-printingproces kunnen we elke denkbare vorm produceren. In tegenstelling tot conventionele productietechnologie, hoeven wij geen beperkingen te aanvaarden."