1. De bandenspanning moet minstens een keer per maand en vóór een lange reis gecontroleerd worden.
2. Je vindt de juiste bandenspanning in de gebruikshandleiding van je auto en/of op de sticker, meestal op de stijl van de bestuurdersdeur, op de brandstofklep of in het dashboardkastje.
3. Controleer de bandendruk altijd met koude banden: bij warme banden zal de gemeten druk hoger liggen.
4. Zorg ervoor dat je de dopjes opnieuw goed aandraait en vervang ze als ze ontbreken, ze beschermen de banden tegen stof en vuil en voorkomen dat er lucht ontsnapt.
5. Controleer ook de bandenspanning van je reservewiel (als je auto er één heeft).
6. Wanneer je auto zwaar beladen is, verhoog de bandenspanning dan een beetje.