Robin Van den Bogaert

17 OKT 2013

Bandenkopers kijken steeds vaker naar label

Wie een nieuwe set banden koopt, kijkt steeds vaker naar het Europese bandenlabel om zijn keuze te bepalen. Twee op drie consumenten laten zich hierdoor beïnvloeden, zo bleek tijdens een debat van Goodyear Dunlop in Brussel. Toch zijn er nog verbeterpunten.

Sinds november 2012 zijn nieuwe banden in Europa voorzien van een label dat drie criteria vergelijkbaar maakt: de rolweerstand (en dus het brandstofverbruik), de grip op een nat wegdek en het geluidspeil. “Banden zijn wellicht een van de moeilijkste dingen voor klanten om te kopen, dus hebben ze nood aan duidelijke en onpartijdige informatie. Je kunt consumenten maar een bepaalde hoeveelheid informatie geven, anders zien ze door het bos de bomen niet meer”, zo motiveert Malcolm Harbour het bandenlabel. Hij speelde als Europees parlementslid en voorzitter van de commissie interne markt en consumentenbescherming een belangrijke rol bij de introductie van het label.

Veiligheid en prijs

Onderzoek van Goodyear Dunlop toont aan dat twee op de drie consumenten die in 2013 nieuwe banden kocht, beïnvloed werd door het label. In België is 72 procent al vertrouwd met het nieuwe bandenlabel en houdt 56 procent er rekening mee bij de aankoop.

“De afgelopen maanden hebben we 4.000 klanten een hele reeks vragen gesteld”, zegt Lie Junius, directeur public affairs bij Goodyear Dunlop. “Wat de drie criteria betreft, zagen we duidelijk dat de klant vraagt naar grip op nat wegdek. Het is de belangrijkste parameter van het bandenlabel, gevolgd door de rolweerstand. Vooral de veiligheid en de milieu-impact zijn dus van belang voor de consument.”

Het externe geluid dat de band produceert, is “een minder relevant criterium”, onder meer omdat er ook al een geluidsindex op de band zelf staat. Vanzelfsprekend is behalve de grip ook value for money cruciaal, geeft Junius toe. En slechts bij 4 procent van de kopers is het label “het enige verkoopargument”. Het advies van de bandenverkoper en het imago van het merk wegen zwaarder door.

Meer criteria?

In 2016 wordt het bandenlabel geëvalueerd. “De criteria zijn niet statisch. Het is een aanmoediging om de prestaties van banden te verbeteren. Maar als alle banden een A-score halen, is er voor de consument geen onderscheid meer. Bij Euro NCAP blijft men bijvoorbeeld de criteria voor vijf sterren aanscherpen. Misschien komt er wel een A*-score”, zegt Malcolm Harbour.

Bij de huishoudtoestellen zijn energielabels al sinds de jaren negentig gebruikelijk. Viktor Sundberg van Electrolux wijst erop dat het label wel duidelijk moet blijven. “Wat komt er na A? Na zeven jaar ‘vertraging’ kwamen er bij ons nieuwe niveaus bij (A+, A++ en A+++) maar zelfs die worden nu overtroffen.” Opmerkelijk: het nieuwste wasmachinelabel toont de wasprestaties niet langer omdat alle machines nu sowieso niveau A moeten halen.

Ook Michael Staude van certificeringsbedrijf TÜV SÜd Automotive ziet een zwak punt in het label:  winterbanden scoren slecht en er wordt te weinig rekening gehouden met criteria die voor zo’n band belangrijk zijn.

En de slijtage en levensduur van de banden? “Dat zou heel interessant en waardevol zijn, maar hoe maak je zo’n test vergelijkbaar?  Dezelfde banden in een andere maat hebben een andere levensduur. Je moet elk type band al zeker 10.000 km testen op de weg. Ik denk niet dat dit praktisch en economisch haalbaar is”, besluit Staude.

Advertentie
Advertentie
Advertentie