Presentatie

De Lexus IS verscheen in 2005 en werd in 2008 hertekend. Hij krijgt nu een nieuwe krachtbron, de IS200d, en geniet terloops van enkele kleine esthetische evoluties voor modeljaar 2011 zoals dagrijverlichting met leds geïntegreerd in de koplampen. De BMW 3-Serie heeft ongeveer dezelfde voorgeschiedenis aangezien hij ook in 2005 op de markt kwam en in 2008 een facelift kreeg. De EfficientDynamics-versie wordt trouwens ook leverbaar als Touring vanaf modeljaar 2011. De 3-Serie is een vertrouwde verschijning in het straatbeeld door zijn massale aanwezigheid in de bedrijfsvloten, maar de Lexus is eerder een zeldzaamheid en zal kopers aanspreken die zich in alle discretie willen onderscheiden met een sobere en evenwichtig gestyleerde auto.

Qua concept sluiten beide auto's heel nauw bij elkaar aan. De 320d EfficientDynamics onderscheidt zich van de andere modellen in het gamma door een verbeterde stroomlijn: specifieke velgen (die ontbraken op onze testwagen met winterbanden), banden met een lage rolweerstand, een met 10 mm verlaagde ophanging, langere verhoudingen voor de versnellingsbak en een ander motormanagement.

Motoren

De 3-Serie is beschikbaar in tal van koetswerk- en motorversies en profileert zich in de EfficientDynamics-uitvoering als een kampioen in de politieke correctheid. Hij puurt uit een 2.0 viercilinderblok een vermogen van 163 pk, verbruikt gemiddeld 4,1 l/100 km en stoot 109 g CO2/km uit, ronduit indrukwekkende cijfers. De nieuwe IS200d neemt de 2.2 diesel van de IS220d over, maar teruggeschroefd tot 150 pk. De cijfers lijken minder flatterend met respectievelijk 5,1 l/100 km en 134 g/km.

Achter het stuur blaakt de BMW-motor van gezondheid. Hij is levendig en bruisend en toont zich meer op zijn gemak dan de 2.2 van Lexus, die nochtans verdienstelijk is. De Lexus kan moeilijk in zesde versnelling blijven bij lage toerentallen: rustig cruisen aan 90 km/u in de hoogste versnelling is er niet bij, terwijl dat niet het minste probleem vormt in de 320d. Keerzijde van de medaille: de BMW-motor dringt meer door in het interieur dan zijn Japanse collega, die discreter is.

Qua verbruik is het verdict heel duidelijk: de boordcomputer van de beemer toont een bescheiden 5,7 l/100 km, terwijl de Lexus blijft steken op 7,2 l/100 km. De 320d drinkt bijzonder weinig en dat is niet alleen te danken aan het start-stopsysteem, dat ontbreekt op de Lexus.

Wegligging 

Niets nieuws onder de zon, beide auto's liggen op een zakdoek van elkaar en presteren gelijkaardig. Dat is niet verwonderlijk, want het concept, het gewicht en de technische keuzes stemmen overeen. Het zijn allebei achterwielaandrijvers van ongeveer anderhalve ton. De stabiliteitscontrole van de Lexus grijpt minder snel in dan die van de BMW, waardoor de 320d glijpartijen sneller onderdrukt.

Comfort, leven aan boord 

De Lexus bereikt een evenwaardig afwerkingsniveau als de Duitse concurrenten, met mooie materialen en een verzorgde assemblage. Verrassend is de oubollige presentatie van de middenconsole, met bijvoorbeeld een klokje. Het lijkt wel alsof Lexus nog ergens een oude stock had liggen.

Dit gezegd zijnde, bij BMW gaat het er zeker niet vrolijker of origineler aan toe, met een boordplank die weliswaar verzorgd maar ook heel ernstig oogt. De Lexus scoort punten met een aanraakscherm dat intuïtiever werkt dan de iDrive, die nochtans een grote vooruitgang boekte tegenover de eerste generatie.

Onze Lexus was uitgerust met de pakketten Luxury en Navigation & Multimedia. Bijna niets ontbreekt, met onder meer geventileerde, verwarmbare en elektrische verstelbare zetels met geheugen, comforttoegang tot het interieur, antiverblindingsspiegels opzij en vanbinnen, een elektrisch regelbaar stuur, een achteruitrijcamera. Allemaal uitrusting die, op enkele uitzonderingen na, ontbrak op de 320d-testwagen die nochtans voor 13.095 euro voorzien was met opties.

Beide auto's waren uitgerust met een lederen interieur, xenonkoplampen, een navigatiesysteem, regen- en lichtsensoren, cruise control, elektronische klimaatregeling met twee zones, een elektrisch zonnedak, een Bluetooth-verbinding voor de gsm en nog enkele andere snufjes die het leven aan boord aangenamer maken.

Prijs

De Lexus scoort punten: hij is rijkelijker uitgerust en toch 4.000 euro minder duur dan de BMW. Met de Duitser spaar je elke 100 km wel 1,5 liter brandstof uit.

Conclusie

De Lexus IS is de primus inzake uitrusting, rijcomfort (dankzij de discretie van de motor) en exclusiviteit (je ziet hem niet vaak rijden op onze wegen). De BMW 320d wint op het vlak van motorrendement, met een levendige en zeer zuinige mechaniek. Het wordt moeilijk om te kiezen, ongetwijfeld een kwestie van prioriteiten en imago.