Tegenover de diesels winnen de benzinemotoren opnieuw terrein, weliswaar dankzij drukvoeding. Door jarenlang te rijden met dieselblokken die vanaf de laagste toeren veel koppel leveren, vindt de gewone sterveling de atmosferische benzinemotoren met gemiddelde cilinderinhoud stilaan iets te slap. Dat gegeven verandert dankzij kleine motoren van 1.200 of 1.400 cc met directe injectie, drukvoeding of variabele kleppentiming.
Citroën vormt geen uitzondering op de regel en baseerde zich op zijn atmosferische driecilinder om een klein juweel te ontwikkelen, de e-THP 130. Die keuze is vooral ingegeven door de jacht op wrijvingen, een bron van energieverlies. Drie cilinders veroorzaken minder wrijving dan vier, maar Citroën ging nog verder. Nokkenasverstelling, een distributieriem gesmeerd in het carter, klepstoters met lage wrijving, een gestuurde oliepomp: alles is aanwezig om deze motor boven de concurrentie te plaatsen.
Technologie
Om te komen tot flatterende cijfers van 130 pk bij 5.500 tr/min en een koppel van 230 Nm bij 1.750 tr/min (waarvan 95 procent beschikbaar tussen 1.500 en 3.500 tr/min), kozen de motorenbouwers van PSA voor een turbocompressor van de laatste generatie die tot 240.000 tr/min draait en ook voor directe injectie onder hoge druk (200 bar), met drie injecties per cyclus. De interne stroomlijn van de verbrandingskamer en de variabele kleppentiming verbeteren de verbranding nog. Resultaat: de CO2-uitstoot blijft beperkt tot 110 g/km en het gemiddelde verbruik tot 4,8 l/100 km, of 23 procent minder dan vroeger ondanks 10 pk extra. De motor beantwoordt aan de Euro 6-normen.
Deze motor werd grondig getest en legde anderhalf miljoen kilometers af en meer dan 25.000 uren op de motorentestbank van het onderzoekscentrum van PSA in Carrières-sous-Poissy.
Carrières-sous-Poissy
Even terug in de geschiedenis, wanneer Ford zijn kleine Franse activiteiten verkoopt aan Henri Pigozzi, die aan het hoofd staat van Simca, dat snel ingelijfd wordt door Chrysler. Dat gooit al snel de handdoek, waardoor het merk terechtkomt bij Peugeot-Citroën, dat ervan profiteert om ook het prestigieuze merk Talbot binnen te halen. Op een bepaald moment (van idiotie?) werd besloten om de Simca 1100 om te dopen tot Talbot. Om een lang verhaal kort te maken: de fabriek van Poissy belandde in de schoot van de PSA-groep en herbergt nu het technisch centrum van de groep. Hier staan maar liefst 78 testbanken om de motoren en aandrijvingen af te stellen, maar ook voor elektronische systemen of homologatie. Een tiental verschillende brandstoffen worden op de site opgeslagen, van Braziliaanse ethanol tot Chinese diesel. Elk jaar wordt hier meer dan één miljoen liter verbrand, goed voor 3 miljoen euro want sommige brandstoffen kosten wel 5 à 8 euro per liter.
C4
Met plezier maken we opnieuw kennis met de C4, die nog helemaal niet verouderd is. Zijn weggedrag blijft modern, net als zijn comfort. De nieuwe motor brengt een verfrissende dynamiek. De drie cilinders brullen bij acceleraties in de eerste versnellingen, maar draaien daarna veel discreter en behouden een goede werkingsstilte bij hogere snelheden, zelfs tijdens het accelereren. De drukvoeding en het hoge koppel zorgen voor aangename prestaties en gooien de atmosferische concurrenten in de touwen. Onze testsessie in het westen van Parijs wisselde de stad, snelwegen en plattelandswegen af en liet ons toe om te proeven van Citroëns perfect homogene aanbod. Alleen de stroeve bediening van de versnellingsbak verstoort het plaatje wat. De boordcomputer toonde bij onze korte maar gevarieerde test een gemiddeld verbruik van 6,1 l/100 km.