Citroën heeft goed begrepen dat een Franse constructeur momenteel niet moet proberen om met dezelfde wapens de degens te kruisen met de Duitse premiummerken. Het originele aanbod van de DS5 houdt dan ook zeker steek.

De DS5 verscheen in 2011 en valt op met een gedurfd, origineel ontwerp. Origineler in ieder geval dan de technologie, want hij deelt zijn platform en motoren met andere modellen van de PSA-groep om de schaal te vergroten. De motor ligt al onder de kap van de 508, de automaat in de C4 Picasso.

Het platform heeft hij gemeenschappelijk met de C4 Picasso en Peugeot 3008. Er is dus geen sprake van een hydropneumatische ophanging, waarmee Citroën nochtans glorie heeft behaald. Het resultaat is een DS5 die niet echt uitblinkt qua comfort.

HDi180

Dat wordt rechtgezet met deze DS5 Blue HDi180 BVA6, waarvan de ophanging aangepast werd voor meer comfort. De schokdempers werden verbeterd, een aanpassing die ook de andere DS5-modellen te beurt valt. Het comfort stemt nu beter overeen met wat een top-Citroën hoort te zijn. Goed nieuws is dat het weggedrag hier helemaal niet onder lijdt.

Het grootste nieuws schuilt evenwel onder de motorkap. De PSA-groep levert grote inspanningen om het rendement van zijn motoren te verbeteren en de ecologische impact te minimaliseren. De HDi180 werd ontwikkeld op basis van de HDi met 160 pk en beantwoordt aan de Euro 6-norm. Ondanks 20 pk winst en een koppel van 400 Nm bij 2.000 tr/min haalt hij knappe cijfers: 114 g CO2/km en 4,4 l/100 km. De ‘schoonmaak’ van de uitlaatgassen wordt toevertrouwd aan een oxidatiekatalysator ingebouwd aan het einde van de motor, maar ook aan een SCR-module (Selective Catalytic Reduction) die Adblue inspuit om de stikstofoxiden om te zetten in waterdamp en stikstof.

Schoon

Een partikelfilter houdt 99,9 procent van de roetdeeltjes tegen. De uitlaatlijn werd zorgvuldig bestudeerd om de gassen zo schoon mogelijk te maken. Daarom wordt de SCR-katalysator voor de partikelfilter gemonteerd, de beste manier om de NOx (stikstofoxiden) te verminderen en tegelijk de CO2-uitstoot met 4 procent te verminderen. De Adblue-vloeistof (een oplossing van 32,5 procent zuiver ureum verdund in gedeïoniseerd water) wordt opgeslagen onder de koffer, in een tank van 17 liter die ongeveer 20.000 km meegaat, de onderhoudsinterval.

De motor werd ook herwerkt om de mechanische wrijving te beperken, die zeer veel energie vreet. Het gewicht werd beperkt met een oliecarter van kunststof, de cilinderkop omvat de inlaatcollector en het cilinderblok gebruikt dunne wanden. Het start-stopsysteem vervolledigt dat arsenaal in de vorm van een alternator-starter.

De atypische cockpit van de DS5 ziet er uitnodigend uit en draagt bij tot de charme van deze auto, maar biedt geen recordruimte. Het glazen dak uit drie delen maakt het interieur heel helder, ondanks de imposante console en bedieningen aan het plafond. De instrumenten vergen gewenning in het begin en er zijn geen schakelpaletten aan het stuur. Een reden temeer om rustig te rijden, te vermijden dat het dieselblok zich laat horen en de te genieten van het comfort, dat eindelijk op de afspraak is.