De 288 GTO was het tweede model van het merk met het beroemde “GTO”-opschrift. Hij werd ontworpen om uit te komen in de Groep B, maar die categorie werd afgeschaft voor hij kon rijden. Om zijn auto gehomologeerd te krijgen, moest Maranello 272 exemplaren produceren. De racewagen kwam er niet, maar de klanten kregen hun straatversie wel.
Authentiek
Dit model is exemplaar 255 en is wellicht het meest authentieke: de beroemde rode koetswerkkleur, een zwart lederen interieur en een van de 19 exemplaren met de “Lightweight”-specificatie, zonder elektrische ruiten of radio. In 1985 werd hij nieuw verkocht in de Amerikaanse staat Colorado aan een zekere Robert Penkhus. De auto volgt dus de Amerikaanse uitstootwetgeving.
Kopen maar niet rijden
Penkhus wilde met zijn auto de weg op, maar klokte uiteindelijk maar 466 kilometer op de teller. De auto werd daarop verkocht aan David Livingston, uit Seattle. Die voegde tussen 1986 en 1993 amper kilometers toe, tot 729 kilometer in totaal. De huidige eigenaar voegde hem toe aan zijn collectie en… reed er nooit mee. Dit jaar werd de auto opnieuw ontdekt.
Moeilijke keuze
De kreeg dit jaar een volledig onderhoud, inclusief vervanging van de distributieriem. De meer dan 30 jaar oude auto verkeert in nieuwstaat. De volgende eigenaar staat dus voor een moeilijke keuze: de auto in zijn huidige staat bewaren of hem nieuw leven inblazen en zich niets aantrekken van de kilometerstand?