De nieuwe Espace heeft zeker allures. We vinden hem trouwens geslaagder in het echt dan op de foto’s. Zijn front oogt statig, het profiel is origineel en de achterkant ingewikkeld maar niet gekunsteld. Op dat vlak kan de Espace ons verleiden. Met zijn lengte van 4,86 meter blijft hij ook een grote jongen.
Nog altijd ruim?
De Espace is niet langer een rijdend aquarium. Dat is hem vergeven, want hij biedt nog altijd veel plaats aan de passagiers op de twee eerste rijen. Om drie zitjes te installeren op de tweede rij, moet je wel een en ander opofferen: de zetels zijn krap, de passagiers zitten vrij hoog met hun knieën en met de optie ‘panoramisch dak’ moeten grote personen de buitenste zetels vermijden door de beperkte hoofdruimte. Het is geen drama, want de Espace blijft handig en verfijnde zijn moduleerbaarheid. Met een druk op een knop, klappen de zetels neer om een perfect vlakke vloer te vormen.
Kleiner
Helaas valt de Espace toch kleiner uit. Met minder hoofdruimte en een lagere totale hoogte heb je uiteraard minder ruimte in het interieur. En dat merk je vooral op de derde rij maar ook in de kofferruimte. 680 liter is nogal krap voor een monovolume/SUV van bijna 5 meter. Belachelijk is het ook niet, maar van een auto met zo’n naam verwacht je toch eerder de ruimte van het kasteel van Versailles en niet van een krappe loft. De VW Sharan biedt bijvoorbeeld bijna 810 liter.
Multimediageneratie
Terug naar de voorste plaatsen, want daar zijn er veel nieuwigheden. Je kunt onmogelijk naast de grote multimediatablet met R Link 2-systeem kijken. Je kunt het helemaal personaliseren en er is een capacitief aanraakscherm. Volledig en gemakkelijk in gebruik, knap werk. Met de tablet kun je alle parameters van de auto bedienen, van de masserende zetels tot het multimediagebeuren of de internetverbinding en de apps.
Veilig
Renault is eindelijk up-to-date inzake rijhulpsystemen en biedt bijna al het mogelijke: een adaptieve snelheidsregelaar, een snelheidswaarschuwing, een automatische filehulp, een wegklapbaar head-upscherm, een Bose-geluidsinstallatie met twaalf luidsprekers en een waarschuwing om de veiligheidsafstanden te bewaren in het verkeer.
Een bloempje
Het toppunt van het spektakel is Multi-Sense. Geen term uit een kuuroord of zo, maar een reeks rijmodi. Met een druk op een bloemetjesknop heb je de keuze tussen verschillende standen: Neutraal, Perso, Comfort, Sport en Eco. Die beïnvloeden de elektronisch gestuurde schokdemping, de stuurbekrachtiging, het motorgeluid, de weergave van het dashboard, het beheer van de motor en versnellingsbak, de klimaatregeling en de instelling van 4Control, de vierwielsturing.
Motoren
Renault viseert een groot publiek en blijft bescheiden qua motoren: een 1.6 dCi 130 pk (manuele zesbak), 1.6 dCi 160 pk (EDC-zestrapsautomaat) en 1.6 TCe 200 (EDC-zeventrapsautomaat). Een (te?) beperkte keuze die wel als voordeel heeft dat de CO2-uitstoot zeer laag blijft: van 116 tot 140 g/km.
Premiumafwerking? Niet echt
Het knappe effect van de interieurverlichting, de grote centrale console met mooie tablet en de zachte materialen geven een hoogwaardige indruk. Maar enkele harde kunststoffen in het onderste deel van de boordplank en de verwaarloosde zonnekleppen verstoren dat beeld. Jammer.
Achter het stuur
In het begin moet je altijd zacht en voorzichtig zijn … We starten dus in de comfortmodus. Uiteindelijk is de Espace bedoeld voor uitstapjes. De 1.6 dCi 160 lijkt wat saai en rustig na de start. Eens in beweging, veranderen de zaken maar de prestaties blijven bescheiden. Zeker voor een diesel uit het topgamma. Gelukkig klinkt hij nog discreter dan dat hij presteert.
Meer zorgen baart de schokdemping, die veel te laks is in de comfortstand. Het comfort lijdt juist onder de pompbewegingen van de ophanging, maar ook de rijprecisie, mede door de vage stuurbekrachtiging. In de sportmodus verbetert de situatie. De mechaniek reageert sneller en het koetswerk wordt beter onder controle gehouden, maar de filtering blijft te verbeteren.
Benzine
Een ritje met de TCe 200 bevestigt onze indrukken: de schokdemping is te verbeteren en de motor mist kracht onderin de toeren. Zijn ruimer bereik en discreet geluid maken deze krachtbron wel aangenamer in gebruik. We waarderen ook de EDC 7-versnellingsbak, die goed is afgesteld.
Prijzen
De Espace is beschikbaar vanaf 34.500 euro in de versie Zen dCi 130 en biedt standaard vijf zitplaatsen. Om te genieten van een bijkomende zitri moet je (ongeacht het afwerkingsniveau) 1.000 euro bijbetalen. De topversie Initiale Paris kost dan weer 45.500 euro met de dCi 160. De uitrusting wordt dan verrijkt met leder, elektronisch gestuurde schokdempers (helaas), vierwielsturing en automatische klimaatregeling achterin.
Conclusie
Door te breken met tradities hoopt de Espace klanten te winnen die het merk verlaten hebben bij gebrek aan een echt topmodel. Hiervoor verandert hij van koers, wat de trouwe klanten zal verwarren. Dat kunnen we hem niet verwijten, want stilstaan is achteruitgaan. De Espace zit vol goede ideeën, is een aangename auto in gebruik en biedt spitstechnologie, maar de uitwerking is niet helemaal geslaagd. Enkele verbeteringen aan de schokdemping en de afwerking van enkele plastics zouden er een schitterende auto van maken. De basis is uitstekend en verdient deze kleine verbeteringen.