De Ferrari 250 GTO is een legende. Zijn natuurlijke schoonheid beroert elke autoliefhebber. Zijn strak, puur en gebald lijnenspel suggereert kracht en vermogen en de V12-motor produceert een kristalheldere sound. Zijn naam, zijn palmares en zijn zeldzame verschijning maken deze auto tot een mythe. Begrijpelijk dus dat er astronomische bedragen voor neergeteld worden.
‘Omologato’
Alles begon in 1962. Ferrari betwistte het Grand Tourisme-kampioenschap met de verouderde 250 GT SWB. Het was tijd voor verandering en hoofdingenieur Giotto Bizzarini werd aan het werk gezet. Hij gebruikte de 250 SWB als basis en monteerde daar de 300 pk sterke motor uit de 250 Testa Rossa in. De eigenzinnige Enzo Ferrari viel over enkele details, en na een fikse ruzie tussen Enzo en zijn ingenieurs stond Bizzarini op straat. Enzo gaf de jonge Mauro Forghieri de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling. Die klopte aan bij Sergio Scaglietti voor het design. Het reglement van de Grand Tourisme-wedstrijden schreef voor dat er minstens 100 exemplaren gebouwd moesten worden voor een auto gehomologeerd werd. De nukkige Ferrari ging echter niet akkoord. Enzo overtuigde de commissarissen dat de auto een evolutie was van de 250 GT SWB en werd geloofd. Om het zout nog wat dieper in de wonde van de concurrentie te wrijven, kreeg de auto de benaming 250 GTO, ‘Gran Turismo Omologato’. Het getal 250 staat voor de cilinderinhoud per cilinder. Vermenigvuldigd met 12 geeft dat 3.000 cc.
39 exemplaren
Van 1962 tot 1964 werden 33 stuks van de 250 GTO gebouwd. Later volgden drie exemplaren met een 4-litermotor en de laatste drie kregen een iets ander koetswerk.
Kampioen bij de constructeurs
De 250 GTO maakte tijdens de 12 Uren van Sebring zijn racedebuut met de Amerikaan Phil Hill en onze landgenoot Olivier Gendebien aan het stuur. Hoewel het om een GT ging, wist hij toch verscheidene prototypes achter zich te laten. Het duo eindigde op de tweede plaats, vlak voor een Testa Rossa. De auto reeg de overwinningen aan elkaar en bezorgde Ferrari drie keer de titel bij de constructeurs.
Karakteristieken
De V12-motor van 3 liter wordt gevoed door 6 dubbele Weber-carburatoren. Een nokkenas per cilinderrij en 2 kleppen per cilinder zorgen voor de distributie. Een simpele techniek, maar de prestaties zijn indrukwekkend: bij 7.400 omwentelingen per minuut ontwikkelt de motor 300 pk. Het maximum toerental telt 8.000 toeren per minuut. Het specifiek vermogen bedraagt 100 pk/liter. In 1962 waren dit imposante cijfers, maar ook nu mogen deze prestaties gezien worden. Het koetswerk werd gemonteerd op het buizenchassis. De vooras kreeg een onafhankelijke ophanging, terwijl de starre achteras achteraan via bladveren en telescopische dempers met het chassis verbonden werd. Aan de motor werd een manuele vijfbak gekoppeld en schijven rondom zorgden voor erg korte remafstanden.
Waarde
De 250 GTO was niet alleen een bijzondere racewagen, je kon er ook volledig legaal de openbare weg mee op. Een zeldzame en aparte auto nodigt natuurlijk uit tot speculeren. Bij de dood van Enzo Ferrari schoot de waarde prompt recordhoogtes in en werd een 250 GTO op 10 miljoen dollar afgeklopt. Momenteel wordt de waarde geschat op 15 miljoen euro. De bestaande exemplaren worden door hun eigenaars gekoesterd. Vedetten als Nick Mason (de drummer van Pink Floyd) en de gekende stilist Ralph Lauren zijn trotse bezitters van een 250 GTO.