Achter het verhaal van een auto zit vaak het verhaal van een man. Guy Ligier, de man in kwestie, was gepassioneerd en getalenteerd. Hij was atletisch (in rugby en op circuit) en had een neus voor zaken: hij verdiende zijn fortuin met… openbare werken. Ligier was ook een goede vriend van racepiloot Jo Schlesser. Samen behaalden ze in 1967 de overwinning in de 12 Uren van Reims in een Ford GT40.
Maar op 7 juli 1968 verongelukte Schlesser in de Grote Prijs Formule 1 in Rouen. Samen wilden ze een kleine sportwagen bouwen met motor centraal achterin, een plan dat Guy Ligier besliste om verder uit te werken. Met ingenieur Michel Têtu bouwde hij de JS, met de initialen van zijn verongelukte vriend.
Op papier
De auto klonk veelbelovend: de lijnen waren getekend door Pietro Frua, het balkenchassis met koetswerk uit polyester beperkte het gewicht tot minder dan 900 kilogram, en de motor centraal achterin was een 2.7 V6 van Maserati-origine die meer dan 170 pk produceerde. Eerst had Ligier zijn zinnen gezet op een 2.6 V6 van Ford, tot die constructeur de motor voor zich wilde houden.
Topprestaties
De lage en aerodynamische Ligier JS2 (de JS1 was een racewagen met viercilinder) zorgde voor ophef bij zijn presentatie in 1971. Met een topsnelheid van 240 km/u kon hij wedijveren met Italianen als de Dino 246 GT en Duitsers als de Porsche 911. Maar helaas werden er amper exemplaren verkocht: tot 1975 minder dan 100. Toch volgden er enkele aanpassingen, zoals een motor die 3 liter groot werd en wegklapbare koplampen.
Vandaag
Een handgebouwde en uiterst zeldzame sportauto betekent meestal niet veel goed voor het onderhoud. Dat is deels correct in dit geval: de Maserati-V6 en versnellingsbak deden ook dienst in de Citroën SM en Maserati Merak. Voor het onderhoud moet je dus enkele specialisten kunnen vinden. Helaas staat de motor bekend als fragiel en is hij moeilijk toegankelijk.
Heel wat onderdelen van de auto werden overgenomen van Franse productieauto’s uit die tijd, maar de afwerking liet af en toe te wensen over, en dat betekent problemen met de duurzaamheid. Het chassis is hypergevoelig voor roest. Kopen doe je dus best samen met een specialist, al heb je niet veel modellen om uit te kiezen. Reken op iets minder dan € 100.000 voor een degelijk exemplaar.