Voorgeschiedenis

Coupés zijn niet echt nieuw voor Hyundai. De oudere lezers herinneren zich wellicht nog de Scoupe (1990-1996), gevolgd door de Coupé (niet echt een originele naam) waarvan er maar liefst vijf generaties gebouwd werden. Toegegeven, niet altijd even smaakvol qua design. Ondanks een goede mechaniek en een bij wijlen geslaagde stijl, konden de sportieve ambities nooit echt waargemaakt worden. De oorzaak? Te bescheiden prestaties en een architectuur met voorwielaandrijving. Hoe het ook zij, het Zuid-Koreaanse merk heeft niet op zijn lauweren gerust en koestert nu serieuze ambities: zo werd de Genesis geboren, waarvan het concept al voorgesteld werd op het autosalon van Brussel in 2009. Nog een leuk én sportief nieuwtje: de Genesis krijgt midden 2011 het gezelschap van de Veloster, een compactere coupé.

Achterwielaandrijving 

De Genesis Coupé staat op een gloednieuw platform en heeft afmetingen die passen bij een auto van zijn stand. Hij is dus behoorlijk groot: 4,63 m lang, 1,87 m breed en 1,39 m hoog. De grote nieuwigheid is ongetwijfeld de architectuur met achterwielaandrijving. Onder de motorkap is alles aanwezig om aan de verwachtingen te voldoen. Er zijn alleen benzinemotoren, maar ze mogen gezien worden. Het gaat om een krachtige 2.0 viercilinder turbo die 210 pk en een koppel van 299 Nm van 2.000 tr/min ontwikkelt. Hij is alleen verkrijgbaar met een manuele zesversnellingsbak. Klinkt niet leuk genoeg? Richt je dan op de 3.8 V6 met 303 paarden en een koppel van 361 Nm bij 4.700 tr/min. Zowel met manuele als automatische versnellingsbak krijg je zes versnellingen.

Imagokwestie   

Neen, dit model zal geen recordverkoop neerzetten. Verre van zelfs, want er worden in 2011 maar 2.000 exemplaren voorzien voor Europa, waarvan 280 voor België en Luxemburg.  Dat is niet erg veel. In 2012 kan de Belux rekenen op amper 150 auto's. Hyundai wil met dit model dus niet zozeer zijn verkoop verhogen, maar bewijzen dat het van alle markten thuis is en dat het ook passie in zijn modellen kan steken.

Niets ontbreekt, knalprijs 

Behalve een zeer verleidelijke lijn, die misschien wel wat te veel neigt naar tuning, biedt de Genesis een rijk uitgerust interieur. Niets ontbreekt. Enkele willekeurige voorbeelden: lederen sportzetels, een startknop, aluminium pedalen, 2+2 zitplaatsen met een neerklapbare achterbank, een snelheidsregelaar, verwarmbare zetels en aluminium 19-duimsvelgen. De optielijst is opmerkelijk kort: metaalkleur, bruin leder en (voor de V6) een automatische versnellingsbak. That's it.  De prijzen liggen belachelijk laag: 32.499 euro voor de 2.0T en 35.999 euro voor de 3.8 V6. Dat maakt laatstgenoemde wel zeer aantrekkelijk, want het is de goedkoopste achterwielaangedreven sportwagen met meer dan 300 pk op de markt.

Welkom aan boord

Wanneer je in de auto gaat zitten, springt de rijkelijke uitrusting in het oog maar helaas ook de matige afwerking. Niet verbazend voor een auto van deze prijs die voornamelijk voor de Verenigde Staten bestemd is, maar van Hyundai zijn we toch beter gewoon.

Voorts is de rijpositie voor verbetering vatbaar, vooral omdat je het stuur niet in de diepte kunt regelen. Grote jongens zullen zich wat benauwd voelen. En achterin? De achterbank kun je maar beter voorbehouden aan kleine kinderen. Maakt niet uit, want deze Genesis heeft sowieso geen gezinsroeping. Dat blijkt ook uit de koffer, die weliswaar diep maar onhandig is door de hoge laaddrempel en krappe toegang. De achterbank is neerklapbaar en laat je toe om enkele planken te verhuizen, maar een kleerkast zal niet lukken.

Op weg

Tot zover het muggenziften, tijd om te vertrekken. Laten we beginnen met de 2.0T. De motor werkt discreet, maar spreidt toch enkele sportieve klanken tentoon. De versnellingsbak laat zich met gemak bedienen en de auto rijdt ook heel gemakkelijk. Leg er echter de zweep op en deze Hyundai wordt heel speels. De stuurbekrachtiging centreert onvoldoende en mist precisie, maar uiteindelijk beleven we toch plezier achter het stuur.

Het rijgedrag is resoluut sportief, misschien zelfs een beetje te voor verstandige bestuurders. Het ESP houdt altijd een oogje in het zeil, het grijpt zelfs iets te snel in. Waarschijnlijk denk je nu dat ik nooit tevreden ben, maar de elektronische stabiliteitscontrole werkt gewoon te brutaal en storend. Als je het zaakje uitschakelt, moet je jouw rechtervoet in toom houden om de auto op de weg te houden, want de Genesis heeft een sterk temperament.

Muziek         

Met de V6 gaat het er allemaal wat ruiger aan toe. Zijn geluid geeft je rillingen, de pittigheid is indrukwekkend en het impulsieve karakter wordt verder geaccentueerd. Maar je moet waakzaam blijven, zeker omdat het ESP niet echt goed ontwikkeld werd. De zwaardere voortrein verhoogt de stabiliteit bij hoge snelheden, maar brengt de achteras uit balans: dit is de ideale auto voor lange glijpartijen. Bovendien is hij standaard uitgerust met een differentieel met beperkte slip. Zowel de stevige koppeling als de versnellingsbak doet denken aan de bolides uit de autosport. De remmen lijken daarentegen niet bestand tegen intensief gebruik. De Genesis remt wel hard, maar houdt het niet lang vol.

Temperament

Op het eerste gezicht is deze Genesis geen gemakkelijke meid. Je moet de handen uit de mouwen steken en proberen om de auto in toom te houden. Anderzijds is het een waar genot. En we kunnen Hyundai zeker niet verwijten dat het een auto met zo'n temperament ontwikkelt. Zeker voor deze prijs en in een tijd dat sportwagens zeldzaam goed worden.