Rechte lijn voor de stands op het circuit de la Sarthe, zaterdag 11 juni 1955, 18.25 uur. De Mercedes van Pierre Levegh vliegt richting de massa. In totaal vallen 84 doden en 120 gewonden. Het verhaal van een bloederige race.

Terugkeer van Mercedes

De pers en autosportliefhebbers wachtten met groot ongeduld op de 24 uren van Le Mans editie 1955. Mercedes treedt met zijn ‘zilverpijlen’ opnieuw in het strijdperk met Jaguar, Ferrari en Aston Martin. Voor een terugkeer in schoonheid zet de constructeur de grote middelen in: de auto’s zijn uitgerust met een schitterende drieliter achtcilinder-in-lijn met dubbele nokkenas (afgeleid van de W196 uit de formule 1) en een achtervleugel die uitklapt bij het remmen.

Legendes achter het stuur

Niets is te veel voor Mercedes, dat één van zijn drie auto’s aan een dreamteam geeft: Stirling Moss en Juan Manuel Fangio. Voor auto nummer 20 heeft de sportdirecteur van Mercedes de Amerikaan John Fitch en de Franse veteraan Pierre Levegh (vijftig jaar) aangetrokken. Dat is een oude rot, die nochtans verpulverende prestaties neerzet, getuige zijn deelname aan de 24 uren van Le Mans in 1952. 23 uren reed hij in zijn eentje met een Talbot voor de Mercedessen, voor de motor de geest gaf.

Fangio mist zijn start

16 uur, de start wordt gegeven. Zoals de traditie het wil, steken de piloten de piste over en kruipen ze zo snel mogelijk achter het stuur van hun wagen. De jonge Castellotti domineert in eerste instantie met zijn Ferrari 121 LM. Fangio zakt tot in het middenveld, maar niet voor lang. De Argentijnse kampioen is ontketend en steekt zijn concurrenten één voor één voorbij. Intussen heeft Mike Hawthorn in zijn Jaguar Type D de leiding genomen.

Hectische sprint

Fangio keert terug tot in het spoor van Hawthorn en duwt hem tot het uiterste. Ronde na rond wordt het record verbroken, de toeschouwers kunnen hun ogen niet geloven. De twee mannen leveren een genadeloze strijd. Pierre Levegh, in de andere Mercedes, heeft de wapens neergelegd en staat op het punt gedubbeld te worden. Het is 18.25 uur.

Het drama

Voor Hawthorn de rechte lijn voor de stands oprijdt met het mes tussen de tanden, komt Levegh vast te zitten achter een veel tragere Austin Healey, bestuurd door Lance Macklin. Hawthorn haalt hem in en remt bruusk om de pit in te duiken. Macklin is verrast en gaat ook op de rem staan. Maar zijn remmen zijn niet zo krachtig als de schijven van de Jaguar en er gebeurt een drama.  

Lance Macklin moet noodgedwongen naar links uitwijken om een botsing met de Jaguar te vermijden, maar ziet de Mercedes van Levegh niet in zijn achteruitkijkspiegel. Die rijdt in op de achterkant van de Austin Healey. De auto, gebouwd met sterk ontvlambaar magnesium, ontploft en de brandende motor en voortrein worden in het publiek in de tribunes gekatapulteerd. Fangio, die heel dicht volgde op de drie auto’s, slaagde er miraculeus in om zich een weg te banen door het puin.

Wedstrijd gaat voort

De koersdirectie besluit om de wedstrijd voort te zetten. Die beslissing kan misplaatst lijken, maar is het niet. Integendeel. De terugkerende toeschouwers zouden de komst van de hulpdiensten vertraagd hebben. Mercedes Stuttgart beslist echt om de twee andere auto’s terug te trekken uit de wedstrijd. Hawthorn wint de race.

Gevolgen

Niets wordt zoals vroeger. Mexico verbiedt de traditionele wedstrijd Carrera Panamericana, die op open wegen beslecht werd. Zwitserland bant alle competitie op circuit. Een beslissing die pas in 2007 herroepen werd. Frankrijk en Duitsland namen gelijkaardige beslissingen, maar het verbod werd in 1956 opgeheven. De bescherming van het publiek werd sterk verbeterd. De gechoqueerde John Fitch, ploeggenoot van de ongelukkige Levegh, wordt één van de grootste voorvechters van meer veiligheid.