Neem bijvoorbeeld een lening van 12.000 euro met een looptijd van 36 maanden. Bij een JKP van 1,5% (= nieuwe auto) bedraagt de aflossing 341 euro per maand. Bij een JKP van 4,0% (= occasie van 5 jaar) moet maandelijks 354 euro aan de bank worden betaalt. Het verschil tussen beide bedragen lijkt niet hoog, omdat ook de kapitaalaflossing van 333 euro hierin is opgenomen. Dit bedrag zou je feitelijk niet mee moeten rekenen, want het betreft de terugbetaling van het geleend kapitaal. De werkelijke kredietkosten bedragen 8 euro per maand bij een nieuwe auto, terwijl je bij een tweedehandswagen elke maand 21 euro aan kosten kwijt bent. Over de totale looptijd van de autolening betaal je in het laatste geval dus 36 (maanden) x 13 euro = 468 euro méér aan de bank.
Waarom is een lening voor een occasie duurder
Bij financiële instellingen zijn het kredietrisico en de concurrentiepositie de twee belangrijkste factoren die de rente bepalen. Om bij het eerste te beginnen; hoe groter banken de kans inschatten dat ze hun geld niet of slechts gedeeltelijk terug krijgen, hoe hoger de JKP die ze in rekening brengen. Bij een lening voor een tweedehandswagen bestaat er altijd een groter risico op problemen met de aflossing. Personen die besluiten om geen nieuwe wagen maar een occasie te kopen hebben meestal wat minder speelruimte binnen hun budget. Ook is het zo dat wanneer de auto vanwege ernstige motorschade of andere technische panne niet langer beschikbaar is, consumenten eerder geneigd om hun maandelijkse aflossingen over te slaan, of helemaal te stoppen met betalen. Autoleningen die op de zwarte lijst van het CKP belanden zijn in veel gevallen leningen voor tweedehandswagens.
De tweede factor is de concurrentie op de markt. Om in een splinternieuwe auto rond te rijden hebben Belgische consumenten tegenwoordig aanzienlijk meer opties. De grote autoconstructeurs zijn meer dan voorheen bankiers geworden en bieden naast klassieke autoleningen ook flexibele financiering en private leasecontracten aan. Vooral de laatste twee formules zorgen voor de nodige competitie, omdat het maandelijks aflossingsbedrag lager is dan bij een normale autolening. Om hun marktaandeel te verdedigen zijn de banken daarom genoodzaakt om hun JKP voor de financiering van nieuwe auto’s zo laag mogelijk te houden. Bij kredieten voor tweedehands wagens zijn autoconstructeurs (nog) niet sterk in beeld, waardoor de banken geen reden zien om hun rente neerwaarts bij te stellen.