Voor iets minder dan 80.000 euro koop je inderdaad nu al een Toyota Miraï. Maar net als bij de Prius in 1995 wil Toyota de technologie snel toegankelijker maken. Sinds zijn lancering in 2014 bleven de verkoopcijfers van de Miraï bescheiden, met 700 stuks in 2015, 2.000 in 2016 en 3.000 vorig jaar.
Productie vertienvoudigd
Toyota is er zich van bewust dat 3.000 stuks per jaar maar een fractie is van het aantal nieuwe auto’s dat elk jaar wordt verkocht. De Japanners willen waterstof tegen 2020 dus democratischer maken. Tegen dan hoopt Toyota minstens tien keer zoveel auto’s op waterstof te verkopen, zo’n 30.000 per jaar.
Nieuwe productiesites
Toyota wil twee sites bouwen voor de waterstofproducten: een fabriek die het hogere productietempo van de brandstofcellen kan opvangen en een nieuwe fabricagelijn voor waterstofreservoirs onder hoge druk. Die reservoirs, die uit koolstofvezel bestaan, worden nu op een specifieke site gebouwd, in heel beperkte oplage.
Japan als voortrekker
Van de 30.000 auto’s op waterstof die Toyota tegen 2020 wil verkopen, zou een goed derde voor de Japanse markt zelf zijn. Vanaf 2020 hoopt Toyota op zijn eigen markt 1.000 auto’s op waterstof per maand te verkopen. Japan is aan een heus waterstofoffensief begonnen, en wil de technologie als uithangbord gebruiken voor de olympische spelen in Tokio in 2020. Naast personenwagens moeten vanaf volgend decennium ook bussen in Japan vooral op waterstof rijden.