Toyota is naar eigen zeggen “vastbesloten om meer aantrekkelijke en dynamische wagens” te bouwen. De gloednieuwe Auris zou daarvan het eerste bewijs zijn.

Dat Toyota duurzame auto’s bouwt, is genoegzaam bekend. Maar van overdreven dynamische ontwerpen kon je de Japanse ontwerpers de laatste jaren niet verdenken. Voor de GT86 coupé kregen de ontwerpers al meer vrijheid en de nieuwe Auris slaat dezelfde weg in.

De designers tekenden een lagere voorpartij en reduceerden de hoogte van het dak met 5,5 cm tegenover het vorige model. Hierdoor wordt de Auris één van de laagste modellen in dit segment. De nieuwe grille, de led-dagrijlichten, de zwarte B-stijlen, de schouderlijn met chroomrand: allemaal details die het geheel wat meer kleur geven.

De lagere rijpositie, het lagere zwaartepunt, de nieuwe besturing en de ophanging moeten die sportieve uitstraling ook overbrengen tijdens het rijden. Ondanks 3 cm extra in de lengte, weegt de Auris zo’n 40 kg minder dan zijn voorganger.

Eén derde hybrides

Onder de motorkap blijft de hybride, met een 1.8 benzine- een elektromotor, een belangrijke troef. Er rijden intussen al 60.000 hybride Aurissen rond en Toyota verwacht dat de hybride één derde van de verkoop realiseert.

De rest wordt gelijk verdeeld tussen de twee benzineversies (1.33 en 1.6) en de twee diesels (1.4 en 2.0). Door de batterij te verhuizen onder de achterbank, is de kofferruimte van alle Aurissen nu even groot (360 liter).