Het beest
De Murciélago, de vervanger van het duivelse monster Diablo, werd in 2002 geïntroduceerd. Hij werd getekend door de Belg Luc Donckerwolke en gebruikt de klassieke architectuur van Lamborghini: een woeste atmosferische V12 achterin, twee plaatsen daarvoor en een spectaculaire stijl. Maar nu ook niet zo spectaculair, want uiteindelijk slaagde onze landgenoot erin om toch een zekere finesse te behouden in de stijl. Even ernstig: discreet is deze auto natuurlijk niet.
Eigenschappen
Op technisch gebied herneemt Lambo alles wat de vorige modellen zo succesvol maakte, maar Audi nam alles nog eens onder handen om de betrouwbaarheid te verbeteren. In theorie dan toch. Terug naar de auto zelf: zijn V12 achterin is 6,2 liter groot en belooft een vermogen van 580 pk bij 7.500 tr/min. Om binnen de traditie te blijven, stuurt de Murciélago dat vermogen via een mechanische zesversnellingsbak naar het asfalt. De gerobotiseerde versnellingsbak volgde pas later. Naar goede Audi-gewoonte is de Murciélago standaard uitgerust met vierwielaandrijving.
Evolutie
In 2006 verving Lamborghini zijn Murciélago door de nieuwe LP 640-4. In werkelijkheid is dat vooral een grondige facelift van het model: de stijl evolueerde subtiel, maar op mechanisch vlak werd er heel wat door elkaar geschud. De cilinderinhoud nam toe tot 6,5 liter en het vermogen tot 640 pk, terwijl Lamborghini in optie nu ook een gerobotiseerde versnellingsbak aanbood. De prestaties zetten een grote stap voorwaarts en er werden enkele speciale versies onthuld, zoals de roadster en de SuperVeloce (670 pk). Maar dat is weer een ander verhaal.
Prijs
Terug naar onze Murciélago. Iets meer dan 3.000 exemplaren liepen van de productieband tussen 2002 en 2006. Een mooi succes gezien de buitenaardse prijs en het onderhoud dat al even duur is. Vandaag is er weer meer interesse in de Murciélago: nadat de prijzen lang schommelden rond 100.000 euro, wisselt de Murciélago tegenwoordig voor 150.000 euro van eigenaar. Onder 130.000 euro vind je in ieder geval niet veel soeps en tussen ons gezegd en gezwegen: je kunt die modellen ‘met korting’ maar beter vermijden. Goed om te weten: het is relatief gemakkelijk om een tweedehands Murciélago te vinden.
Onderhoudskosten
Alles hangt natuurlijk af van je jaarlijkse kilometeraantal en de manier waarop je dit monster gebruikt. Circuitgebruik is uiteraard heel belastend voor de mechanische elementen. Vertrekkend van ongeveer 6.000 km per jaar – wat al vrij veel is voor dit type auto – moet je elk jaar ongeveer 5.000 euro uitgeven aan onderhoudskosten. De slijtageonderdelen verzwaren de factuur aanzienlijk: 2.000 euro voor een set banden, 400 euro voor remblokken (zonder montage, uiteraard) en dan hebben we het nog niet over de vele koppelingen die niet langer meegaan dan 30.000 km. Qua verbruik moet je niet hopen op minder dan 25 l/100 km. En dan spreken we nog niet over de verzekering, de belastingen en (in Wallonië) de eco-malus.
Betrouwbaarheid
Het leven van de Murciélago gaat niet altijd over rozen. Vermijd de eerste modellen die remblokken roosteren zoals toast en waarvan de ruitenwissers even nuttig zijn als een cocktailparasol bij een tornado. Er zijn heel wat elektronische storingen en aangezien die niet meer onder de garantie vallen, kost je dat een fortuin. Gelukkig is het mechanisch geheel wel stevig, op voorwaarde dat de auto verstandig gebruikt en minutieus onderhouden is. De kleinste herstelling kost je al een fortuin.
Conclusie
Hevig, gulzig, brutaal en intimiderend: de Murciélago is geen halfslachtige auto. Het gaat om een authentieke supercar die misschien iets meer ingetogen is in vergelijking met zijn voorouders, maar een vurig temperament behoudt. In onderhoud schrikt de Murciélago er niet voor terug om je doodleuk te ruïneren. Vandaag geldt net als vroeger dat dit soort auto alleen gericht is op de rijkere medemensen.