Door de overname van Opel en het Britse zustermerk Vauxhall wordt de PSA-groep de tweede grootste groep in Europa, met een marktaandeel van 17 procent. Het moet daarbij alleen de Volkswagen-groep laten voorgaan en wordt op de voet gevolgd door de alliantie Renault-Nissan.

Over 100 dagen

De PSA-groep bestaat voortaan dus uit vijf merken: Peugeot, Citroën, DS, Opel en Vauxhall. Het managementteam van de groep werkt nu aan een strategie om de zonet ingelijfde merken fundamenteel terug gezond te maken. Die strategie wordt over 100 dagen gepresenteerd. PSA hoopt daarbij Opel tegen 2020 terug winstgevend te maken.

Eigenheid bewaren

“We willen het volle potentieel van al onze merken ontsluiten”, zegt de CEO van de PSA-groep Carlos Tavares. "De unieke identiteit van de merken blijft bewaard. Opel zal dus Duits en Vauxhall Brits blijven.” “Voor Opel en Vauxhall breekt er een nieuw hoofdstuk aan na 88 jaar General Motors”, reageert Opel-CEO Michael Lohscheller”.

Schaalvoordelen

Tegelijk zullen de vijf merken van de PSA-groep intens samenwerken. Door de handen in elkaar te slaan op vlak van onderzoek en ontwikkeling en de aankoop van onderdelen, kunnen er schaalvoordelen worden gecreëerd, hoopt Tavares.

Band met GM niet doorgeknipt

Opel en PSA werkten voor de overname al samen sinds 2012. De onlangs voorgestelde Opel-SUV’s Crossland X en Grandland X maken bijvoorbeeld allebei gebruik van PSA-platformen. Tegelijk zal Opel nog blijven samenwerken met General Motors, onder meer voor elektrische aandrijflijnen en modellen voor de GM-merken Buick en Holden.