Om in juli onopgemerkt langs Knokke-Heist te rijden heeft u twee mogelijkheden. Ofwel rijdt u in een Porsche, of u verplaatst zich in een elektrisch golfwagentje. Wij hebben gekozen voor een Rolls-Royce. Maar niet om het even welke. De Phantom Drophead Coupé werd ons door de Belgische constructeur toevertrouwd voor een voormiddag en deze was zowel zonnig als onvergetelijk. En geloof mij maar, aan boord van zo’n vaartuig, zelfs in Heist, kijkt men om. Men moet toegeven dat de schatrijke eigenaars van deze badplaats zich deze wagen nog niet hebben kunnen veroorloven. Niet dat ze geen 500.000 euro’s bezitten (dit is de prijs van de wagen !), maar de leveringstermijnen zijn momenteel van drie jaar ! Daarom kwamen alle ogen samen naar de ‘Spirit of Ecstasy’ die moedig op de radiatorrooster prijkt. En het bluffende Albert Plein heeft nog nooit zo goed zijn naam gedragen … Belgen houden van Rolls Eerst een woordje over de plaatsen in de wereld waar men het meest in Rolls rijdt, om u hiermee een verrassing te maken. De eerste markt vindt men terug in Beverly Hills, USA. Daarop volgen Azië, het Midden-Oosten en Engeland. En op het Europese vasteland, raad eens? Het is België die aan de top staat ! In 2006 werden twaalf bestellingen getekend (8 berlines en 2 cabrio’s). Dit is meer dan in Frankrijk of zelfs in Monaco. Natuurlijk rijden alle in België gekochte wagens niet op onze wegen (soms vindt men er in Nederland en in Luxemburg). Maar toch… En de aankomst van dit nieuwe model zal de verkopen nog versnellen, des te meer dat de verkoopprijs van 400.000 euro’s exclusief BTW en zonder opties geen rem zal zijn op dit gebied. Volledig nieuw Deze Drophead Coupé komt rechtstreeks van het prototype 100EX dat in 2004 onthuld werd voor de honderd jarige viering van het merk. Tijdens de twee wereldreizen die hij meemaakte, kwam de 100EX zo’n succes tegemoet, dat de beslissing genomen werd om de productie van de wagen te lanceren in de herfst van 2005. En zo bevind ik mij, twee jaar later, aan het stuur van het tweede nieuwe model op de markt gebracht door Rolls-Royce sinds de overname van het merk door BMW in 1998. Voor de designers de Goodwood, was er geen sprake van dat de Drophead Coupé “alleen maar” de cabrio versie werd van de Phantom. Resultaat : alle buitenpanelen van de Drophead zijn nieuw, naar het voorbeeld en de stijl van de Phantom, maar met zorgvuldig bestudeerde afmetingen om zo perfect de vormen aan te nemen van de nieuwe structuur, die 25 cm korter is dan deze van de Phantom. Aangezien de nauwkeurigheid van het assemblagewerk, is er vanzelfsprekend veel tijd nodig om een Drophead op te richten : namelijk niet minder dan 350 uren ! Duitse erfenis verplichtend, werd het raamwerk gebouwd in het BMW centrum van Dingolfing, waar elk element met de hand gelast wordt met een speling van amper 0,1 mm. Eén van de lastigste problemen tegenover dewelke de ingenieurs zaten betreft de nabijheid van de stalen motorkap en de aluminium spatborden vooraan. Deze twee materialen worden inderdaad zelden gebruikt in dezelfde assemblage wegens de corrosie-effecten die het aluminium op het ijzer meesleept. Het ontwikkelingsteam heeft dus het idee gehad om een DeLorean van de jaren 80 te integreren (zie film « Back to the Future » !) aan het testproces dankzij zijn vergelijkbare structuur staal/aluminium. Camouflagekunst Origineel, dit is wat deze buitengewone Rolls-Royce is vanaf het moment dat men instapt. Men moet inderdaad weten dat de deuren omgekeerd open gaan. Dit heeft als doel om de passagiers achteraan het werk te vergemakkelijken bij het in- en uitstappen, maar ook om de strakheid van de wagen te versterken, zwak punt van de meeste cabrio’s. Eens aan boord, heeft men enkele minuten nodig om aan alle kanten de snufjes te bekijken van deze indrukwekkende Engelse auto. Te beginnen met de paraplu’s die in de spatborden vooraan geïntegreerd zijn en die beschikbaar worden wanneer de deuren open staan. Ze werden vervaardigd in teflon, om vlugger te drogen. Eens achter het opzettelijk dunne stuur, merk ik de afwezigheid van een toerentellers. Deze werden vervangen door een rondschijf voorzien van een badge « power reserve » : zijn rol bestaat in het continue verwittigen van de bestuurder van de kracht die nog overblijft. Leuk, maar totaal onnuttig. Voor de rest maakt het instrumentenbord deel uit van de camouflagekunst. Alles werd verborgen, te beginnen met het multimedia scherm dat zich achter het uurwerk schuilt en dat kantelt wanneer men hem nodig heeft. Hij wordt bediend door een joystick die ongeveer dezelfde is als de i-Drive van BMW, maar waarvan het gebruik vereenvoudigd werd. Onder de centrale armsteun vindt men een groep bedieningsknoppen (en niet één !) bestemd voor de regeling van de zetels, terwijl twee knoppen in de binnenzijde van de deuren toelaten deze elektrisch te sluiten. Qua communicatie, werd deze wagen voorzien van het Bluetooth systeem en van een nummeringklavier die verborgen is in de schuiflade van het dashboard. Oh ja, ik vergat bijna : het audio systeem bevat 15 luidsprekers… Hout en aluminium U zult het begrepen hebben, de zorgvuldigheid werd hier tot in de details gedreven. Ook in de keuze van de materialen, aangezien dat alle oppervlaktes van de binnenkant ontworpen werden om aan de regen te weerstaan. Te beginnen met de zetels die ontbloot werden van enige plooi om zo een gladde oppervlakte te bieden waarop vochtigheidsvlekken gemakkelijk verwijderd kunnen worden. De Rolls-Royce klanten hebben een hekel aan tekortkomingen, en hier waren 17 beesten nodig om de volledige binnenkant met leder te bedekken. Voor de rest hebben de klanten de keuze tussen een houten of een aluminium afwerking. De tinten van deze twee materialen worden trouwens gebruikt voor de voornaamste opties beschikbaar op de Drophead. De eerste betreft de motorkap en de A-stijl die de klassieke genre herinneren van de Phantom van de jaren 20 en 30. De tweede bevindt zich op het niveau van het dekblad achteraan, in teakhout, een gekozen materie voor zijn stevige kwaliteiten, zijn waterdichtheid en zijn duurzaamheid. Samengesteld uit meer dan 30 stukken hout zorgvuldig geolied, behoudt dit paneel een niet behandeld voorkomen dat vergelijkbaar is met deze die men terugvindt op de plezierboten. De charme van de druppels Wie cabrio zegt, zegt uiteraard kap. Dit is tenminste wat in de instelling van de verantwoordelijken van het merk zit voor dewelke “niets romantischer is dan aan het stuur van een cabrio te rijden bij een regenachtige avond en de regendruppels te horen vallen op de kap”. Geen sprake van een intrekbare hardtop, des te meer dat ze een maximum aan plaats in de koffer willen behouden voor de golfzakken... Dit gezegd zijnde, is de akoestische en thermische isolatie perfect, en de binnenkant werd samengesteld uit wol en kasjmier. Men heeft slechtere tijden gekend... Vliegend tapijt Maar van de kap hebben we geen nut gehad, daar men van één van de weinige zonnige dagen van deze zomer heeft kunnen genieten. Contact. Verrek, hij start niet ! Maar jawel, de motor draait zegt mijn buur. Ah ja, zonder toerenteller is het onmogelijk om de motor gewaar te worden, en zeker niet in de opwinding van het Albert Plein. Men zit hoog in deze Drophead, en zoveel te beter gezien de afmetingen van deze wagen. De automatische 6-doos is volstrekt zacht en geen enkele schok is waarneembaar. Dezelfde indruk qua ophanging : de luchtveringen geven de indruk dat men op een vliegend tapijt zit. Niets beweegt, niets trilt, dit is het bewijs dat de bewerking van de strakheid van de wagen resultaten oplevert. Zoals voorzien, hanteer ik het stuur met twee vingers. Vreemd, ik heb geen enkele zin om te versnellen. Men zit goed op deze snelheid. Maar ja, men moet toch even zien wat deze van plan is. Het antwoord is een V12 van 6,75 liters met een cilinderinhoud oorspronkelijk van BMW. Met 453 pk en een koppel van 720 Nm waarvan 75% beschikbaar zijn juist boven de 1.000 rpm, past hij perfect aan deze Rolls. En indien men verwarde haren wenst, is dit mogelijk. Dit énorme schip van meer dan 2,6 ton is inderdaad in staat om de 0 tot 100 km/u in minder dan 6 seconden te verwezenlijken, met een topsnelheid van 240 km/u. Maar in deze omstandigheden ligt men ruimschoots boven de 17 l/100 km die ons gemiddeld verbruik werd tijdens ons traag uitstapje...