België is met zijn ‘idyllische’ klimaat natuurlijk niet het ideale cabrioland. De cijfers bevestigen dat ook: de M4 valt het meest in de smaak als coupé. Voor elke verkochte M4 Cabriolet, verkoopt BMW maar liefst tien M4 coupés en vijf M3 berlines. De aantrekkingskracht van rijden in openlucht is dus beperkt. Kan deze nieuwe M4 Cabrio iets aan dat gegeven veranderen?
Meer dan het dak afzagen
De operatie blijft niet beperkt tot een verwijdering van het dak. Zonder dak is een auto veel minder stevig, wat in de praktijk betekent dat de rijprecisie daalt. BMW boog zich over de structuur van de M4, die zwaar verstevigd werd. Met 1.750 kg op de weegschaal weegt de cabriolet maar 250 kg meer tegenover de coupé.
Koppel om te trekken
De motor voelt de extra kilo’s amper. De drieliter zescilinder-in-lijn biturbo levert 431 pk en 550 Nm koppel. Je combineert hem naar keuze met een manuele zestrapstransmissie of een automaat met dubbele koppeling en zeven versnellingen. In beide gevallen vindt het spektakel plaats aan de achterwielen.
Hard dak
Terwijl de concurrentie terugkeert naar het stoffen cabriodak blijft BMW trouw aan het harde plooidak. Aan de koffer met samengeplooid dak te zien, kunnen we de concurrentie begrijpen: de toegang is onhandig (ondanks een knop om het dak een beetje op te lichten) en het volume daalt van 370 naar 220 liter. Het wordt dus kiezen tussen de zon en de bagage. Voor dit type dak gaat het openingsmanoeuvre nog relatief snel (20 seconden) en zelfs al rijdend … tot 18 km/u. Het is toch dat.
Simpeler
Met het dak in de koffer duwen we op de knop die het vuur in de zes cilinders aanwakkert. Een vreugdevol moment want de motor laat zijn rauwe, diepe stem horen, zonder te overdrijven. Stationair draait hij zelfs discreet. Maar voor we vertrekken, moeten we gewoon worden aan de vele knopjes die het motorkarakter, de ophanging, de besturing en zelfs de agressiviteit van de automaat regelen. Dat had best wat simpeler mogen zijn.
Alles goed afgesteld?
Met alle instellingen op comfort vertrekken we. Veel verschilt de M4 Cabriolet eigenlijk niet van de minder krachtige broertjes in het gamma. De versnellingsbak schakelt zacht, de motor vergeet je al snel en de ophanging verrast door zijn soepele schokdemping. Op snelwegen rijdt hij zelfs verrassend ontspannen en geniet je van de uitstekende (optionele) stereo en isolatie van windgeluiden. Met gesloten dak is de geluiddemping even goed als in een coupé en kun je genieten van het motorgeroffel.
Laat het donderen
Pas wanneer je het rechterpedaal vloert en de sportiefste instellingen kiest, onthult deze M4 zijn buitengewone potentieel. De zescilinder reageert met een heerlijk rauwe stem. De duw in de rug wordt exponentieel krachtiger vanaf de laagste toeren tot aan de limiet van de rode zone bij 7.000 tr/min, voor de bak brutaal naar de volgende versnelling schakelt. In 4,4 seconden bereik je 100 km/u: een tijd evenwaardig aan de nochtans veel lichtere i8.
Ondanks zijn veel hogere gewicht rijgt de M4 nog altijd de bochten aan elkaar met veel precisie. Op hobbelige wegen merken we een licht gekraak en gepiep, indicaties van een verminderde stevigheid. De cabriolet rijdt niet zo lichtvoetig als de coupé, maar vervelen doe je je zeker niet.
Budget
Het prijsverschil tussen de cabriolet en de coupé bedraagt 6.000 euro. Ook de M4 Cabriolet vraagt nog heel wat extra om voor een goede uitrusting. Ons model telde bijvoorbeeld 30.000 euro aan opties. Om je een idee te geven …
Een cabriolet rijdt soepeler. Ons gemiddelde verbruik van 11,6 l/100 km is aanvaardbaar gezien het beschikbare vermogen.
Conclusie
Qua pure prestaties is het verschil met de coupé verwaarloosbaar. Maar in zijn cabrioversie heeft de M4 meer het karakter van een GT. Met het dak open geniet je nog meer van het rauwe geluid van de zes cilinders, maar je hebt minder zin om zijn volle potentieel te benutten. De M4 coupé (of de M3 berline) heeft onze voorkeur, door zijn extra sportiviteit en ‘authentieke’ karakter. Hou je van een zescilinder en rijden met de haren in de wind, dan is er nog altijd de 435i Cabrio waarmee je zo’n 30.000 euro bespaart op de factuur.