Mini en diesel
De Europese markt vroeg erom, dus Mini twijfelde niet om een dieselversie van zijn kleine stadswagen te lanceren. Dat was al tien jaar geleden. Sindsdien volgden de motoren onder de kap van het Brits-Duitse kleintje elkaar op. Eerst blokken van PSA en Toyota, maar sinds enkele jaren eigen BMW-motoren. De nieuwste diesel heeft iets heel bijzonders.
Gekortwiekt
Terwijl de vorige Mini Cooper D aangedreven werd door een 1.6 viercilinder diesel, wijdt de nieuwe Mini een gloednieuwe motor in. Opmerkelijk: onder de motorkap tellen we maar drie cilinders voor een cilinderinhoud van 1,5 liter. Qua prestaties verandert er niet veel, het blijft bij 116 paarden en 270 Nm.
Om van te snoepen
Met zijn ronde neus en grote koplampen lijkt de Mini wel groot speelgoed. Dat het eigenlijk ook altijd geweest, zelfs al maakt deze nieuwe versie enkele puristen misschien wat boos met zijn zeer dikke lichtblokken. En dan is er nog het programma om te personaliseren, waarmee je jouw Mini (voor een mooi bedrag) stilistisch helemaal aanpast aan jouw temperament.
Praktischer
Het interieur is nog altijd speels, maar de ruimte groeide. We zullen niet zeggen dat je met vier volwassenen naar het zuiden van Frankrijk moet reizen, maar de ruimte is meer dan voldoende om bij gelegenheid enkele vrienden uit de nood te helpen. De koffer wint 50 liter, de vloer is regelbaar in verschillende hoogtes en de bank klapt neer om een vlakke vloer te creëren.
Sfeer
Allemaal goed en wel, maar gelukkig is de sfeer niet echt veranderd: de onrechtstreekse verlichting, de diodes rond de grote centrale teller, de kleine metaalaccenten, … Het geheel schept een unieke atmosfeer al heeft het naar onze smaak een beetje nostalgie verloren tegenover de vorige generaties. Het is allemaal iets ludieker tegenwoordig. Maar ieder zijn smaak … De afwerking is ontegensprekelijk verbeterd.
Stilte
Een verrassing wanneer de motor start: je hoort het typische driecilindergeluid bijna niet. De diesel wordt gekoppeld aan een manuele versnellingsbak (of in optie een automaat) met zes versnellingen en een zeer lange spreiding. Dat is niet echt een probleem: de verloren kilo’s en het koppel bij lage toerentallen maken het mogelijk om vooruit te komen met een kleine dosis gas, zonder te veel te moeten schakelen. Pas wanneer je hoog in de toeren klimt (wat nutteloos is) merk je het typische motorgeluid.
Levendig en leuk
De Mini heeft zijn kartingtrekjes niet verloren. Hij dartelt nog altijd vrolijk van de ene bocht naar de andere met misschien wat minder enthousiaste achterwielen. Het blijft een groot plezier om bochten af te werken met de nauwkeurige voortrein. En zonder door elkaar geschud te worden. Dat is ook goed nieuws. Je moet wel tevreden zijn met een stuurbekrachtiging die iets kunstmatiger aanvoelt.
Budget
De Mini Cooper D wordt aangeboden vanaf 21.850 euro, vrij veel als je de lengte van de auto (3,82 meter) in beschouwing neemt. De opties wegen zwaar op het budget: het is moeilijk om te weerstaan aan zo’n lange lijst vol hightechmogelijkheden, zoals het downloaden van apps, een head-updisplay, waarschuwing voor een frontale botsing, …
Mini kondigt een spectaculair verbruik van 3,5 l/100 km aan, met een CO2-uitstoot van 92 g/km. Gaat het om een bedrijfswagen, dan zul je hier heel blij om zijn wanneer je jouw voordeel alle aard (VAA) ziet. In echte leven, met realistische wegen en situaties, moet je eerder mikken op een gemiddelde rond 5 tot 5,5 l/100 km of iets meer als graag het potentieel van de motor benut.
Conclusie
De nieuwe Mini Cooper D is completer en homogener en neemt zijn rol heel ernstig. Het comfort en de prestaties verbeterden, het verbruik daalde: hij heeft alle troeven in handen om te slagen in dit segment. Ook zijn speelse kant werd verfijnd, het design lijkt soms ontsnapt uit Mario Kart. Deze auto vormt een leuk geheel, maar krijg je nog altijd niet cadeau.