1. AC Cobra 427

Eerst was er de AC Aceca met tweeliter zescilinder. Tovenaar Shelby maakte er een monster van, met een Amerikaanse V8. Het vermogen steeg van een honderdtal pk’s tot meer dan 400 in de competitieversies…

2. Ferrari 375 MM

Enzo Ferrari was duidelijk: de kwaliteiten van een chassis waren van minder belang, alleen de motor telde. Daar moesten de piloten het dan mee doen. Met de 375 MM hadden ze hun handen vol: die had bijna 400 pk en banden zo breed als die van een mountainbike. De straatversies boezemden hun rijke kopers dan ook angst in…

3. Mercedes SSK

Met zowat 300 pk was dit een van de krachtigste vooroorlogse auto’s. De meer dan zeven liter grote zescilinder met compressor teisterden het asfalt (en de arme smalle banden). Met een chassis zo geëvolueerd als die van een klassieke koets moest de chauffeur het hoofd koel houden…

4. Lamborghini Miura

De Miura was de eerste auto met een dwarsgeplaatste motor centraal achterin, en boezemde beginnende chauffeurs angst in. Zijn brutale reacties wisten meer dan één onaandachtige chauffeur te verrassen, zijn 350 pk sterke V12 bijna teveel voor het zowat één ton zware gewicht.

5. Chevrolet Corvette C1 Fuel-Injected

Aanvankelijk kreeg hij een kortademige zescilinder, maar doorheen de jaren evolueerde de Corvette tot een machine met 360 pk krachtige V8. Weinig daadkrachtige remmen, een verouderd chassis en een vaag stuur hielpen weinig, zelfs op rechte lijn…