McLaren F1 (1993 – 1998)

Meer dan 380 km/u: dat was ongezien. Nog vreemder is dat deze supercar geen Ferrari is maar een McLaren. De strijd tussen die twee werd dus voortgezet op de weg. De F1 had een BMW-V12 met 627 pk, drie plaatsen met de bestuurder in het midden, een beperkt gewicht van 1.140 kg en goud onder de motorkap om de warmte af te voeren. Nauwelijks 100 exemplaren werden gebouwd, waar vandaag nog veel vraag naar is.

Ferrari F40 (1987 – 1992)

Om veertigste verjaardag van het merk te vieren, besloot Enzo Ferrari om de snelste auto allertijden te bouwen. De F40 was het resultaat: een brutale auto, niet alleen door zijn lijn maar ook door het extreme geweld van de V8-biturbmotor met 478 pk. Ook vandaag nog beleef je extreme, brute sensaties wanneer je je achter het stuur waagt. De beste old school sportwagen.

Lamborghini Miura (1966 – 1973)

Met de Miura slaagde Ferruccio Lamborghini erin om alle Ferrari’s die toen op de markt waren een slag ouder te maken door zijn transversale motor achterin en buitengewoon slanke lijn. Vandaag nog zien velen hem als de mooiste auto van de wereld. We kunnen dat moeilijk tegenspreken … Met amper een ton op de weegschaal verrichten de 350 paarden van de V12 een mirakel. De Miura haalt bijna 300 km/u, wat in die tijd surrealistisch was.

Mercedes 300 SL (1954 – 1963)

Veel kinderen droomden van zijn vleugeldeuren in de jaren ’50. En ook daarna. De 300 SL is echter meer dan dat: het is het symbool van de wederopstanding van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog. Hij had ook opmerkelijke technologie, zoals directe benzine-injectie. De zescilinder met 215 pk zorgde voor een topsnelheid van 240 km/u.

Alfa Romeo 8C 2900 (1937 – 1939)

Het is moeilijk om uitspraken te doen over dé beste supercar ter wereld, maar dit model verdient zeker onze aandacht door zijn avant-gardistische techniek die zelfs de Bugatti’s van die tijd overtrof: een versnellingsbak aan de achterbrug, hydraulische schokdempers, spiraalveren en vier onafhankelijke wielen. Onder de motorkap deed Alfa wonderen: acht cilinders in lijn met een dubbele bovenliggende nokkenas, twee compressoren en 225 pk. In die tijd (1937) bijna sciencefiction.