De meeste conceptcars zien nooit het daglicht. Ze dienen hoofdzakelijk om de reacties van het publiek te onderzoeken naar een eventuele marktintroductie. Soms hebben ze zelfs geen motor, of veranderen ze ingrijpend voor ze echt in productie kunnen gaan. Af en toe toont een constructeur echter een auto die volledig klaar is om van de band te rollen…
1. Volkswagen W12
In 1997, zelfs nog voor Bentley was opgenomen in de immense VW-groep, stelde directeur Ferdinand Piëch de W12 voor. Er werden 3 exemplaren gebouwd van de supercar, elk met die nieuwe motor met 12 cilinders. De krachtigste ontwikkelde liefst 600 pk. Het waren verre van gewoon designstudies, want de auto’s reden, en geen klein beetje. Met de bedoeling om het merk VW begeerlijker, meer premium en zelfs luxueus te maken lanceerde Piëch de W12 24 uur lang op het circuit van Nardo. De auto legde op die tijd een verbluffende 7.740,576 kilometer af, wat betekent dat hij gemiddeld aan 323 km/u reed. De auto was volledig klaar voor productie, maar haalde die fase uiteindelijk niet. Zijn sublieme motor zou een paar jaar later wel dienst gaan doen als hart bij Bentley.
2. Lamborghini Estoque
In 2008 waren niet SUV’s maar sportieve limousines in de mode. Maserati had zijn Quattroporte, Porsche de Panamera en Aston Martin de Rapide. Om zijn tegenstanders een antwoord te geven besliste Lamborghini om de V10 uit zijn Gallardo in een immense berline van meer dan 5 meter lang te lepelen, de Estoque. Qua design was hij een echt schot in de roos: wat een lijn! De prestaties moesten trouwens niet onderdoen: 560 pk en een topsnelheid van meer dan 300 km/u. Aanvankelijk moest het model in 2010 op de markt komen, maar de financiële crisis en de verrassende opkomst van de SUV deden hem struikelen voor de eindmeet. Uiteindelijk werd de Urus de eerste Lamborghini met vier deuren.
3. Bugatti Galibier
De Veyron heeft de grenzen van de auto verlegd, en dat is vooral te danken aan zijn motor: een W16 met 4 turbo’s die 1.000 pk ontwikkelt. Het lijkt zonde om een dergelijk juweeltje niet in nog een andere verpakking te steken, en dat is wat Bugatti heeft geprobeerd met de Galibier. In 2009 onthulde de constructeur de gigantische berline van 5,37 meter met duizelingwekkende prestaties: 0 naar 100 km/u in 2,7 seconden en een topsnelheid van 380 km/u. Onder zijn onnavolgbare silhouet lag de motor van de Veyron, al waren de turbo’s wel vervangen door een immense compressor om tot een vergelijkbaar vermogen te komen. Helaas kondigde Bugatti in 2014 officieel aan dat het project van de Galibier was geschrapt en dat hij dus nooit het daglicht zou zien…
4. Jaguar C-X75
Voor de 75ste verjaardag van het merk stelde Jaguar de C-X75 voor. Aanvankelijk werd hij aangedreven door een complexe hybride aandrijflijn met microturbines, goed voor 778 pk. De Britse constructeur paste vervolgens zijn plannen aan en sprak van een viercilinder in combinatie met elektromotoren voor een totaalvermogen van bijna 900 pk. Uiteindelijk reed de auto voor het eerst in een reeks stunts op het grote scherm in Spectre, de jongste uitgave in de James Bond-filmreeks. Daar was hij uitgerust met een 5.0-V8 met compressor van 550 pk die we al kennen uit allerlei producten van de groep. Hij heeft dus al met behoorlijk wat aandrijflijnen geëxperimenteerd. Met zijn microturbines en verschillende hybride motoriseringen was hij misschien zijn tijd wat te ver vooruit? Bovendien twijfelde Jaguar of klanten wel happig waren op zo’n auto en wou het zich ongetwijfeld nog een teleurstelling als de XJ220 besparen…
5. Aston Martin Rapide E
Deze bijzonder veelbelovende elektrische auto hadden we maar wat graag op de weg gezien: de Aston Martin Rapide E. Deze Rapide met E-toevoeging was gebaseerd op de gelijknamige vierdeurs limousine van het merk en ruilde de V12 van die laatste in voor twee elektromotoren en een batterij van 65 kWh. Het geheel ontwikkelde 610 pk en 950 Nm aan koppel, wat dus 10 pk meer was dan de radicaalste V12-versie AMR van de Rapide. Hij geraakte tot 360 kilometer ver met een volle batterij en sprintte naar 100 km/u in slechts 4,2 seconden. De topsnelheid was begrensd op 250 km/u. De batterij van 800V liet zich aan een laadpaal van 100 kW volledig opladen in slechts 40 minuten. Natuurlijk verspreidde hij niet dezelfde klank, maar het zou wel een uitstekende GT geweest zijn: snel, comfortabel en stil. Helaas, na de aankondiging van de productie en een paar exclusieve exemplaren bleef de Rapide E een vroegtijdig begraven project voor Aston Martin.?
Vond je dit artikel interessant en wil je het laatste autonieuws meteen in je mailbox ontvangen? Schrijf je – net als meer dan 300.000 autoliefhebbers – nu gratis in via e-mail: