1. BMW 1500 Neue Klasse
In de late jaren 50 stond BMW vooral bekend om zijn luxewagens met grote motoren, en zijn hypercompacte auto’s met motorfietsmotoren, zoals de Isetta’s. Financieel verging het de Beiers minder goed, en de komst van deze “Neue Klasse” betekende dan ook de eerste winst voor het Duitse merk in lange tijd. Bovendien was deze 1500 een van de eerste modellen die BMW’s reputatie als bouwer van sportsedans bevestigde.
2. Volkswagen Golf I
Wist je dat de Volkswagen Golf de vervanger van de legendarische Kever was? Toen de Golf in 1974 op de markt wam, was de Kever al 36 jaar in productie. Er zouden nog vele productiejaren volgen, maar het Duitse merk zat financieel in zwaar weer, en de verkoop van de Kever nam af. Dankzij Audi, dat net door Volkswagen was overgekocht, kon VW een compacte auto met watergekoelde motor voorin ontwikkelen. En de rest is geschiedenis…
3. Peugeot 205
Voor de Peugeot 205 begin jaren 80 op de markt kwam, werd het merk met de leeuw als het meest conservatieve van de Franse drie beschouwd. Grote sedans en gezinswagens waren de specialiteit van Sochaux, maar verkoopwonders waren het niet. Tot deze 205 aan kwam rijden: meer dan 5,3 miljoen geproduceerde exemplaren en… de legendarische 205 GTi natuurlijk.
4. Saab 900
De originele Saab 900 heeft zijn plaats in de geschiedenisboeken verdiend. Zijn opvolger is vooral memorabel omdat hij midden jaren 90 Saab voor het eerst sinds lange tijd nog eens winst had bezorgd. Daardoor konden later ook de 9-5 en de nieuwe 9-3 worden ontwikkeld, maar de stiefmoederlijke behandeling door General Motors bleek uiteindelijk de doodsteek voor het Zweedse merk.
5. Aston Martin DB7
De geschiedenis van Aston Martin leest vooral als een verhaal van financiële problemen. Eind jaren 80 werd de Virage geïntroduceerd, het eerste nieuwe model van de Britten sinds jaren. Die was echter astronomisch duur, dus Aston had nood aan een “toegankelijker” model. De techniek kwam van Jaguar, de centen van Ford, maar de DB7 was wel een succesmodel: er waren meer dan 7.000 exemplaren geproduceerd toen hij werd afgelost door de DB9.
6. Porsche Boxster
Je zou het vandaag haast niet geloven, maar in 1995 verkocht Porsche zowat alleen maar 911-modellen. De 928 en 968, allebei met motor voorin, waren net op pensioen gestuurd, en op de 996-editie van de 911 was het nog even wachten. De zoethouder werd een schot in de roos: de Boxster, een “instap”-Porsche met zescilindermotor centraal achterin.
7. Alfa Romeo 156
Alfa Romeo’s en sedans, het is steeds een moeilijk verhaal geweest. De 75 werd lange tijd beschouwd als de laatste “echte” Alfa, omdat zijn opvolger, de 155, voorwielaandrijving kreeg. De 156 was ook voorwielaangedreven, maar deed het wel opmerkelijk beter. Zodanig zelfs dat er ook een break (de Sportswagon) en een crossover (de Crosswagon) werden gemaakt. De 159 kon zijn opvolgersstatus nooit helemaal waarmaken, en we moeten je vast niet opnieuw uitleggen waarom er zoveel hoop op de Giulia rust. We zeiden het: Alfa en sedans, een moeilijk verhaal.
8. Maserati 3200 GT
De jaren 90 waren overgangsjaren voor Maserati. Het verouderde gamma werd stilaan op pensioen gestuurd, en de ommekeer kwam er met de introductie van de 3200 GT in 1998. De coupé – met de boemerangvormige achterlichten – werd bijzonder goed onthaald, kende nog een opvolger met de 4200 GT, en werd dan vervangen door de GranTurismo.
9. Chevrolet Volt