De fans van de Speed zullen tevreden zijn als ze de knappe en niet te imiteren look van hun idool herkennen waarvan de successtory al in 1994begon! Dezelfde look betekent dezelfde uitlaten onder het zadel, dezelfde lamp en dezelfde algemene lijn. Je moet al een getraind oog hebben om het verschillen te kunnen zien. Het kader is iets anders en eigenlijk krimpen vooral zijn afmetingen. De Street Triple neemt haast integraal de basis van de Daytona over, waarvan de roadster-versie van bij het ontwerp werd mee ontwikkeld. Het resultaat is een klassiek maar origineel ogende motor, zonder veel poespas of sticker-tuning. Volle score voor de look.

Tendens?

Onze testmachine stond te blinken in een erg trendy wit kleurtje met daarop het, met geschiedenis overladen, donker blauwe Triumph-logo. Klasse gewoon! Ook krijgt hij een dubbele winddeflector, een gedeeltelijke kuip onder de motor en een gelzadel. Buiten zijn Speed Triple-look, is de Street maar weinig verwijderd van de Daytona. De voetsteunen staan uiteraard wat lager en meer vooruit, terwijl het stuur van de Speed wordt geërfd. Die modificaties zorgen voor een natuurlijke, intuïtieve en compacte zitpositie. Eens in het zadel krijgt dan ook dadelijk zin om de mogelijkheden van de motor te proeven, zeker omdat het lage gewicht (167 kg droog) dadelijk opvalt. Het chassis krijgt een heel andere afstelling en de ophanging wordt uit kostenbesparing wat simpeler gehouden. De motor krijgt ook enkele discrete aanpassingen. Het vermogen daalt lichtjes tot 107 pk en ook het koppel zakt 3 Nm, maar de toerentallen waarop deze waardes behaald worden zakken met 2600 omw tot 9.100 toeren. Vanaf 3000 toeren is er trouwens al 60 Nm beschikbaar, wat al dadelijk een aantrekkelijk karakter laat beloven.

Daytona vermomd als Speed

Het is dus duidelijk dat de motor erg aangenaam is. Zo aangenaam zelfs dat we durven zeggen dat de concurrentie achterop hinkt. En zelfs de grotere cilinderinhouden zullen het niet makkelijk hebben tegenover de Street. Om maar te zeggen dat hij er fenomenaal vandoor gaat. Het is moeilijk om de kwaliteiten van deze motor in één woord te vatten, maar “indrukwekkend” of nog “heerlijk” zijn hier zeker op hun plaats. Vanaf 2500 toeren trekt de Street snoeihard door tot aan de onderbreker. En tegenover zijn rivalen blijft de Street steeds aangenaam om te rijden. Of je nu als een bezetene aan het gas hangt of meer relax rijdt maakt niet uit. Als je aan 100 per uur in 6de het gas opent vertrekt de Triumph als een kanon, terwijl je met een 600 eerst nog 2 of 3 versnellingen moet terugschakelen. Enkel de versnellingsbak is wat stug, maar eigenlijk zoeken we nu echt spijkers op laag water.

Meer als enkel maar "fun"

Sommige van onze confraters hadden na een tijdje wat last van pijn aan hun …. Maar wij hadden helemaal geen reden tot klagen. Het gelzadel en de uitstekende demping zorgen voor een opmerkelijk comfort. Zeker in deze klasse van machines. De remmen zijn zoals het hoort, bijtend, krachtig en goed doseerbaar eens handel goed afgesteld is. Al deze kwaliteiten maken de Triumph intuïtief om te rijden en dus toegankelijk voor iedereen. En dan wordt het toch even oppassen. De Street is erg effectief en snel en dus moet je als beginneling goed opletten voor al te gekke ritjes. Het kleine gelakte kapje dat over beide koplampen loopt, krijgt nog een gefumeerd windbrekertje mee. Het maakt van de Street geen GT, maar we hebben de efficiëntie van het kleine ding danig kunnen appreciëren en dus wat langer op de autosnelweg kunnen toeren.

Fouten? Welke fouten??

Laat ons nog eens samenvatten: de motor verplettert zijn rechtstreeks concurrenten en zelfs nog anderen, het chassis stapelt de kwaliteiten op. Levendig, speels maar ook stijf en zeker. Voeg daar nog een onverwacht comfort aan toe, remmen waar enkel nog het ABS op mankeert, een erg goede afwerking en als kers op de taart is er die naam die je (opnieuw) laat dromen. Je vraagt je dan ook af wat een succes nog in de weg kan staan en het antwoord is erg simpel, niets! Enkel als je goed zoekt lijkt het spijtig dat de machine weinig praktisch is. Buiten een rugzak of een tanktas, is er geen enkele mogelijkheid om bagage mee te nemen. Vermijdt ook om tijdens regenbuien te rijden of je zou liefhebber van zitbaden moeten zijn. Dat we het optionele spatbordje niet op zijn deugdelijkheid hebben getest is wel duidelijk, niet.

De echte nadelen zijn nu eenmaal verbonden aan deze categorie van motoren en de liefhebbers hebben er dus lak aan. Van bijvoorbeeld een duozit spreken is in dit geval louter hypothetisch.

Buiten een wat grote draaicirkel is er dus werkelijk niets dat het mooie plaatje komt verstoren. En klaarblijkelijk kan je met wat aanpassingen aan de aanslagen, de draaicirkel tot normale proporties herleiden. We kennen een rijschoolinstructeur die een Street heeft ingeschakeld en het lukt blijkbaar prima. Tot groot plezier van zijn leerlingen overigens. En de prijs? Voor 7.590 € kost hij maar zoveel als een banale japanner, terwijl je toch onderweg bent met de top uit de categorie, in alle exclusiviteit trouwens.