Vandaag betaal je aan de pomp maximum 8,1 cent meer voor diesel dan voor benzine. Op jaarbasis betaal je daardoor als dieselrijder nu 448 euro meer dan in januari 2016, berekende mobiliteitsorganisatie VAB. Dat komt niet alleen door de hogere brandstoffactuur, maar ook omdat de gemiddelde dieselrijder 5.000 kilometer per jaar meer rijdt dan de gemiddelde benzinerijder. Per jaar verbruikt de gemiddelde dieselrijder daardoor in totaal 860 liter brandstof. Wie op benzine rijdt, verbruikt 685 liter en betaalt 171 euro meer dan in 2016, zegt VAB.

“Economisch niet meer rendabel voor particuliere kopers”

Per 100 kilometer betaal je als benzinerijder nog wel meer voor het gebruik van je wagen, zegt VAB. De gemiddelde Belgische benzinewagen verbruikt immers nog 16 procent meer dan de dieselwagen. Maar dat prijsverschil is uiterst klein geworden: 95 cent, tegenover 2,22 euro in 2016. Dan gaat het om het pure gebruik van de auto. Alles bij elkaar geteld, dus de hogere aankoopprijs van een diesel, de hogere belastingen, de hogere onderhoudskost en de duurdere prijs aan de pomp, besluit VAB dat het economisch niet meer rendabel is voor privépersonen om nog een dieselwagen te kopen. “Uiteraard kunnen er andere redenen zijn waarom iemand toch een dieselwagen zou kopen, zoals bijvoorbeeld de trekkracht”, zegt de mobiliteitsorganisatie.

Wat willen we zelf doen?

Wie zelf voor zijn autokosten opdraait, is sneller geneigd om iets te doen aan de hogere brandstofprijzen: 84 procent van de privérijders tegenover 59 procent van de bedrijfswagenrijders, berekende VAB. We kiezen vooral voor een goedkoper tankstation (37 procent) of passen onze rijstijl aan (32 procent). Een alternatieve vervoerswijze kiezen is ook een maatregel waar chauffeurs aan denken: 29 procent wil de auto vaker aan de kant laten staan, 27 procent wil vaker de fiets nemen.