Sommige professionele klanten verkiezen een stapje terug te zetten in de hiërarchie en een compacter model te kiezen als reactie op de berekeningsmethode van het voordeel alle aard (VAA). Anderen behouden hetzelfde koetswerk maar kiezen voor een ‘CO2-vriendelijke’ versie. Er is goed nieuws voor beiden: de Duitse constructeurs maken van de overgang naar Euro 6-normen gebruik om de CO2-uitstoot van hun dieselblokken te verlagen en de prestaties te verbeteren. Audi toont zich in deze discipline het meest overtuigend in het segment van de grote breaks. De A6 Avant ziet zijn CO2-uitstoot bij de facelift dalen tot slechts 115 g/km in de versie 2.0 TDI Ultra met de nieuwe S-Tronic-versnellingsbak, een bak met dubbele koppeling en zeven versnellingen die de oude continu variabele Multitronic vervangt. Dat geldt voor alle vermogens: 136, 150 of 190 pk.

BlueEfficiency                                                     

Met zijn nieuwe 9G-Tronic volgt de E-Klasse Break 220 CDI (2.1l met 163/170 pk) op de voet. De BlueEfficiency Edition stelt zich tevreden met 118g/km ondanks een vermogen van 170 pk. Rekening houdend met hun profiel van een dikke kast, is dat voor beide auto’s een mooi resultaat. Zeker als je weet dat hun leeggewicht flirt met twee ton.

Versnellingen bij de vleet

Tot zover de theorie. En de praktijk? In gebruik krijgt de 2.0 TDI de prijs voor meest aangename werking dankzij de grote discretie. Terwijl de 2,1 liter diesel van Mercedes vlot presteert – vooral dankzij het grote koppel van 400 Nm (tegenover ‘maar’ 350 Nm in de 2.0 TDI 150), is hij ook wat ruwer en luidruchtiger onder belasting. Qua verbruik hebben we te maken met twee kamelen. Je duikt gemakkelijk onder 7 l/100 km. Zeker als je aan constante snelheid kilometers maakt op de snelweg. Dankzij hun vele versnellingen kunnen deze langeafstandsbreak cruisen aan 1.500 tr/min zonder problemen. Ondanks twee extra versnellingen, draait de Mercedes uiteindelijk maar 100 tr/min minder bij gelijke snelheid dan de Audi.

G- of S-Tronic? 

Onderweg spelen deze twee kilometervreters in alle discretie met hun versnellingen. Verhoog je het tempo, dan blijkt de S-Tronic alerter bij het schakelen. De G-Tronic van Mercedes gebruikt zijn koppelomvormer vooral voor meer soepelheid bij een ontspannen rijstijl. De motor en de versnellingsbak zijn dus in beide modellen goed op elkaar afgestemd. De E-Klasse is altijd heel attent en comfortabel, terwijl de A6 dynamischer is. Jammer dat Audi niet van de facelift gebruik maakte om de A6 uit te rusten met een meer overtuigende besturing. Het gevoel blijft kunstmatig en de variabele bekrachtiging werkt vermoeiend. De Audi maakt dat wel goed met zijn uitstekende geluiddemping. Nog beter dan in de E-Klasse, waar de viercilinder diesel de rust van de inzittenden verstoort bij hernemingen. 

Sneltoetsen

Terwijl de facelift van de E-Klasse opvalt aan de buitenkant (in tegenstelling tot die van de discrete A6), evolueerde de boordplank amper. De centrale bedieningsknop wordt niet gecombineerd met sneltoetsen, waardoor je je hand moet uitsteken naar het centrale scherm of meer draaihandelingen moet verrichten om je doel te bereiken. Op dat vlak werkt de MMI van Audi intuïtiever. En ook sneller, dankzij de recente technische update. In beide gevallen is de afwerking voorbeeldig. Vooral in de onberispelijke Audi.

Verhuiswagen

Gezien de afmetingen van beide auto’s, die flirten met de grens van 5 meter, verwacht je veel binnenruimte. Maar ondanks die maten zijn deze twee concurrenten toch eerder bedoeld voor vier in plaats van vijf personen. Dat voel je vooral achterin de A6, waar de centrale tunnel veel plaats inneemt. De koffervolume is de Mercedes E Break de kampioen van de categorie met 600 liter, te verhogen tot 1.855 liter in de configuratie met twee plaatsen. Kleine bestelwagens zijn er jaloers op. Nu goed, zelfs om de ruimte van 565 liter (1.680 liter met twee plaatsen) in de A6 Avant te vullen, heb je al veel valiezen nodig.                

Conclusie 

Op dit niveau van perfectie kunnen we moeilijk een ‘goede’ en ‘slechte’ kandidaat aanduiden.  Met veel opties, een beetje geduld en vooral veel geld kun je beide modellen naar wens personaliseren. Moet je tevreden zijn met een instapversie als bedrijfswagen, dan is de Audi iets dynamischer en de E-Klasse een tikkeltje comfortabeler.