De achterruit in de vorm van die van de Dino 246 GT, de vleugeldeuren, de los van de rugleuning opgestelde hoofdsteunen en de look die allerlei genres vermengt (coupé, break, berline,…) maken van deze conceptcar een echt bijzondere auto. Maar de creatieve energie van Citroën hield niet op bij het design, want ook de technische oplossingen onder de motorkap waren de moeite waard!
Hybride V6!
Onder de lange motorkap vinden we een oude vriend van Citroën en Peugeot: de 2.7-V6-diesel die samen met Ford is ontwikkeld. Deze 208 pk sterke motor drijft de voorwielen aan. Maar het prototype onderscheidt zich ter hoogte van de achteras, met in elk achterwiel een elektromotor van zo’n 20 pk. Deze Citroën kon zo’n 3 kilometer lang en tot maximaal 30 km/h zuiver elektrisch rijden en was onder dergelijke omstandigheden een… achterwielaandrijver! Het waren andere tijden, want het Franse merk mikte op een verbruiksgemiddelde van 6,5 l/100 km of een CO2-uitstoot van 174 g/km… De prestaties zijn vandaag wat minder voorbijgestreefd, met een 0 naar 100 km/h in 6,2 seconden en een kilometer vanuit stilstand in 25,4 seconden.
Dit project voor een vlaggenschip zag echter nooit het daglicht. Citroën begreep al snel, vooral uit de verkoopcijfers van de 1,5 jaar eerder gelanceerde C6, dat premiumklanten niet langer in Franse producten geïnteresseerd waren, zelfs al waren dat de nazaten van een lange lijn van karaktervolle modellen, met de DS op kop. Requiscat in Pace…