Enkele particulieren, waaronder de sultan van Brunei, bestelden weliswaar hun eigen Ferrari-vierdeurs. Maar die unieke exemplaren waren steeds op vraag, nooit op initiatief van Ferrari. Dit conceptmodel is echter officieel maar werd nooit gecommercialiseerd…

Als zoete broodjes!

Om in 1980 zijn vijftigste verjaardag te vieren, onthulde Pininfarina deze “Pinin” op het salon van Turijn. De berline werd uitgewerkt op basis van een Ferrari 400 GT en onder de motorkap vinden we een twaalfcilinder boxer. De pers en de intimi van het merk waren onder de indruk! De auto werd naar de fabriek gebracht en hoewel de meerderheid van de ingenieurs dit model in productie wilden zien gaan om de verkoopcijfers van het merk te verdubbelen, lag de finale beslissing bij Enzo Ferrari.

Ferrari vs Rolls-Royce

Die was niet overtuigd van het idee: de productieband was niet voorzien op een berline, de filosofie van het model lag ver verwijderd van die van de andere modellen en Enzo was sceptisch over de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de auto. Hij besprak met een van de ingenieurs de stijfheidsproblemen van zulk model en de geluiddemping en liet het project dan vallen. Door zulke berline te produceren, zou Ferrari zich mengen met geduchte concurrentie zoals Rolls-Royce, Bentley en Mercedes… Tegen de pers zei Enzo: “Er zal nooit een vierdeurs-Ferrari komen.”

Van statisch object tot auto

Midden jaren 80 werd de auto doorverkocht aan de bekende Belgische zakenman en racepiloot Jacques Swaters. Die verkocht hem in 2008 dan weer voor de mooie som van € 176.000. De auto, een niet-rijdend tentoonstellingsobject, werd aan een team van experts gegeven onder leiding van Mauro Forghieri, een oud-topingenieur van Ferrari in de jaren 60 en 70. Die installeerde een gewijzigde twaalfcilinder en versnellingsbak van de 400 GT, en de auto reed! Goed zelfs, want volgens de verantwoordelijke zou hij makkelijk gehomologeerd geraken. Maar dat bleef zonder vervolg. Vandaag staat dit unieke exemplaar in het museum van het merk.