Halverwege de jaren ’30 werden de Grand Prix-wedstrijden steevast gedomineerd door de Duitsers van Auto Union en Mercedes. Deze krachttoer van nazi-Duitsland viel niet in de smaak bij Benito Mussolini, die een Italiaans antwoord eiste. Enzo Ferrari, destijds sportief directeur bij Alfa Romeo, dacht daarvoor aan de P3, de racewagen van toen, maar dan met… een tweede motor achterin!

Onbestuurbaar monster

In slechts vier maand is de auto klaar. Hij heeft twee achtcilinders in lijn die samen fors meer dan 500 pk ontwikkelen. Enzo Ferrari meent dat hij met zoveel vermogen de Mercedessen kan kloppen. De Grote Prijs van Tripoli in 1935 geeft hem ongelijk: ondanks getalenteerde coureurs aan het stuur zoals Tazio Nuvolari, Louis Chiron en Raymond Sommer slagen de Alfa Romeo’s 16C Bimotore er niet in de Duitse auto’s te overklassen. De oorzaak: een breekbare overbrenging en een duidelijk gebrek aan trekkracht (enkel de achterwielen werden aangedreven).

Voor de Grote Prijs op de Avus-renbaan in 1935 op het grondgebied van de vijand in Berlijn voert Alfa Romeo een paar aanpassingen uit op het model, te beginnen bij een grotere cilinderinhoud, waardoor de koppelkromme minder brutaal en dus gemakkelijker te benutten zou moeten zijn. Het aangekondigde vermogen bedraagt 540 pk uit twee motoren met een totale cilinderinhoud van 6,3 liter! Maar ondanks hun vermogen en de eindeloze rechte stukken van het circuit blijven de Alfa’s achter op de Mercedessen. Louis Chiron slaagt er toch in om als tweede te eindigen, achter de Mercedes van Fagioli.

Opgave

Dat is de druppel die de emmer doet overlopen voor de coureurs, die al hun talent moeten gebruiken om het overdreven krachtige beest te mennen. Nuvolari meldt trouwens aan de merkdirectie dat hij liever met de oude auto rijdt, die weliswaar veel minder krachtig is, maar ook veel agieler. Dat is een goede beslissing, want met die auto wint hij de volgende Grote Prijs, die bovendien ook in Duitsland werd gereden.

Record

De auto wordt dus op pensioen gestuurd. Toch beslist Alfa Romeo om nog eens uit te pakken met het beest. Met Nuvolari aan het stuur heeft de 16C Bimotore recht op een ererondje: het snelheidsrecord op de rijdende kilometer, met 321 km/h, en op de rijdende mijl, met 323 km/h. De volgende dag worden de auto’s naar de fabriek teruggestuurd om er nooit meer buiten te komen…