In 1951 stelde Austin zijn A30 voor. Binnen een lengte van 3,46 meter en een breedte van 1,39 meter hadden de Britten een autootje ontworpen vol nodeloze ornamenten, dat echter toch de nodige charme uitstraalde.
Piepkleine motor
Technisch gezien nemen we onze hoed af voor zijn zelfdragende structuur, maar zijn we minder te spreken over de minuscule motor van 803 cc (38 pk), de worm-en-rolbesturing en de starre achteras. In 1953 verbreedde Austin het aanbod met een 2-deurs coach en een break, de Countryman.
Van A30 naar A35
Drie jaar later evolueerde de A30 tot de A35: de motor kreeg er wat longinhoud bij (948 cc maar 34,5 pk) en de uitrusting werd gemoderniseerd (echte richtingaanwijzers en een grote achterruit) zodat de kleine Austin klaar was voor nog eens drie jaar. In 1959 ging de A35 op pensioen, met uitzondering van de versies Countryman en Van, die hun carrière nog tot in de jaren ’60 doorzetten.
Wat je moet weten voor je er een koopt:
- Hoewel er een half miljoen van zijn gemaakt, blijven er vandaag niet veel meer over. Je zal ongetwijfeld in het VK moeten gaan zoeken.
- Mechanisch gezien is de auto uiterst eenvoudig en goed gebouwd. Om het even welke zondagssleutelaar kan het onderhoud zelf doen.
- Qua wisselstukken is de kleine Austin duidelijk minder goed af dan de traditionele Britse sportwagens. Je zal dus op jacht moeten gaan op ruilbeurzen en bij Britse specialisten.
- Reken op 4.000 tot 8.000 euro. Dat het stuur rechts staat, moet geen bezwaar vormen: de auto is zo smal dat het er eigenlijk niet zo toe doet aan welke kant je zit.
- Heel wat exemplaren zijn door de jaren heen omgebouwd voor historische races.
Op zoek naar een oldtimer?
Ben jij op zoek naar een oldtimer? Ontdek onze nieuwste zoekertjes voor oldtimers nu hier: