In 1957 vernietigde een brand de fabrieken van Jaguar. Het was een ramp: er gingen zes “Lightweight” E-Types verloren, en negen XKSS-modellen. Enkele jaren geleden, toen Jaguar niet langer in rode cijfers zat, nam het een geweldige beslissing: de modellen zouden uit hun as herrijzen. De ontbrekende modellen zouden dus opnieuw worden gebouwd.

Geschiedenisles

Om van zijn laatste D-Types af te geraken, veranderde Jaguar ze in straatauto’s. Dat werd de XKSS. Je kreeg een kleine voorruit, een knussere zetel en zelfs een stoffen kap. Maar vergis je niet: technisch gaat het om een echte racewagen. Het was bovendien de snelste auto uit zijn tijd.

Verder

Jaguar zette het verhaal verder waar het was opgehouden. Van de 25 oorspronkelijk geplande exemplaren overleefden er slechts 16. De 9 andere worden nu verkocht voor 1 miljoen pond per stuk (ongeveer 1,15 miljoen euro). Daarvoor krijg je een auto waar 10.000 werkuren in zijn gekropen om volledig gelijk te zijn aan de modellen uit 1957 op enkele minieme details na.

Kenmerken

Het gaat om een oude auto, maar zijn prestaties en kenmerken zijn na 60 jaar nog steeds met de tijd mee: 3,4 liter zescilinder-in-lijn, dubbele bovenliggende nokkenassen, 250 tot 260 pk, droog carter, bijna 250 km/u, 0-100 km/u in 5,2 seconden en vier schijfremmen. Een gewicht van minder dan een ton helpt ook veel…